189
OUD-HOLLANDSCBE KUNST.
1894. ,,Het kasteeldie Hai>-he’r
’s Graven-Hage.
1 Zie in het Haagsch Jaarboekje voor
2) Zie J. de Riemer, Beschrijving van
van A. Lacaussade was destijds een ieder overtuigd,
zelfs het dorpsbestuur hier, en aan die overtuiging dankt
ons ’s Gravenhage het monument, dat het nog bezit.
’s Gravenhage, dat eerst tijdens Graaf Floris V met
de stichting van het Grafelijk kasteel, een kasteel
door zijnen vader Willem II begonnen, doch door hem
voltooid en in gebruik genomen x), alzoo eerst tegen
het laatst der XlJIde eeuw van lieverlede, is bebouwd
en bewoond, het werd eene dorpsplaats en eerst van
eenige beteekenis, toen bovengeschetst tijdperk van
het ontstaan der steden reeds in hoofdzaak voorbij was.
Als zetel van het Grafelijk bestuur, tot welk bestuur
het meerendeel, de kern zijner bewoners in meerdere
of mindere directe betrekking stond, ontbrak hier, waar
bovendien op grond eener minder gunstige ligging geen
bloeiende handel en nijverheid aanwezig was, de aan
leiding tot het afdwingen of tot het afkoopen van
stad-rechten, te eer daar de Graven goedvonden„aen-
„ghesien meen’gen trouwen dienst, die onse goeden
„luden van den Dorpe van den Haghe ghedaen hebben
„ende noch altois doen zullen, en alle daghen doen,
„en omme nutscap ende oerbaer ons Dorps, ende omme
„daermede verbetert te sine, soo hebben wij hem die
„gratie ghedaen, en alle deghene diere in woenachtigh
„sijn nu ter tijt of hier namaels wonen sullen.
van op verschillende tijden privilegiën te verkenen.
Terwijl er reeds in een stuk van het jaar 1311 2)
sprake is van Scepenen in den Haghe, en in een stuk
van 1316 van een Schout aldaar, zoo verleende ten
jare 1325 Graaf Willem de Goede het recht: „dat die