194 OÜD-HOLLANDSfHE KUNST. eersten steen gelegd voor een nieuw „Domus Senatoria Antwerpiensis” volgens het ontwerp van den bekwaam- sten Zuid-Nederlandschen bouwmeester dier dagen, van Corneille de Vriendt (bijgenaamd Floris) die, pas van eene studie-reis uit Italië teruggekomen, met dien bouw belast werd, en nu, in navolging van de paleizen, die hij te Florence, te Genua en te Rome gezien en be wonderd had, den nieuwen stijl voor het eerst voor dezen raadhuis-bouw in de Nederlanden toepaste. Dat nieuwe raadhuis, in 1565 grootendeels voltooid, dat zoo geheel in vorm en in behandeling afweek van de overrijke gothische raadhuizen, waaraan men gewoon was, het maakte opgang, het maakte indruk door zijn breedheid van opvatting, door zijn grootsche afmeting, door zijn kost bare uitvoering en zelfs Guicciardijn noemt heteen Pa- „leijs voor de Heeren, tot een so machtige Gemeijnte die nende, hetwelck zeer costelyc, wijtendeloffelijcgemaect „is en alte samen omtrent 100.000 croonen (400.000 „florijnen) gecost heeft”. De bouw van een zoodanig raadhuis in eene stad als Antwerpen, toen de eerste handelstad van West- Europa, moest onwillekeurig wel van wijdstrekkenden invloed zijn, en het zou mij niet bevreemden, zoo Burgemeesteren en Scepenen van het Vleck van den Haghe, toen het besluit genomen was om een nieuw schepen-huis te bouwen, het ontwerp aan een meester te Antwerpen hebben opgedragen, niet alleen toch, wordt hiermede het zoo beslist en het zonder eenige vorm-weifeling optreden van den nieuwen stijl verklaard, maar tevens de treffende overeenkomst van het beeldhouwwerk aan ons raadhuis, inzonderheid aan de kraagsteenen, met het beeldhouwwerk van Pieter Coecke van Aelst, wiens werk op Corneille de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 308