210
slechts
OUD-HOLLANDSCHE KUNST.
lende, een rozet en een bekransde koe-kops-schedel
de voorsprongen onder de piëdestals, hebben in het
midden eene triplyphe en in de halve metopen, rechts
een haaksch omgevouwen rozet en links een halve
schedel. Het entablement mist de bekende tandlijst en
heeft dientengevolge ook minder oorsprong dan het
Wetboek van Vignola zulks voorschrijft.
Op die kroon- tevens goot-lijst rust de steenen ba
lustrade en boven de beide midden-travées van den
gevel de uitsluitend van zandsteen samengestelde galerij
of loggia; de balustrade met hare gedraaide 84 cM.
hooge en 13*/2 cM. zware balusters, zij dient tot af
sluiting van den dakvoet en de galerij, zij dient
nu ja, enkel en alleen tot versiering, zij is
uitsluitend een decoratief motief.
Die galerij toch wier bevloering (om dat woord even
te gebruiken) zich op 12 M. boven de straat bevindt,
zij kan bezwaarlijk dienen, zooals de Rathhaus-Gallerie
te Halle aan de Saaie (in ’t begin der 16cle eeuw gebouwd)
of zooals de beroemde „Laube” van het Keulsche raadhuis,
eene galerij of Laube in 1570 gebouwd, voor het
doen der gebruikelijke afkondigingen, noch ook om bij
feestelijke gelegenheden toespraken tot het volk te
houden, en evenmin om bjj vorstelijk bezoek den Vorst
de gelegenheid te geven zich aldaar, desgewenscht, den
volke te vertoonen.
Onze Loggia zij is puur decoratief, zoo zelfs, dat zij
niet eens gelijkvloers ligt met den zolder, maar 1,30
M. daarboven, een houten trapje staat dan ook op dien
zolder vóór een der twee halfrond gesloten deurtjes van
den gemetselden achter- of sluit-muur en dat deurtje
openende, stapt menin eene 58 cM. breede
looden goot, niet zelden met water gevuld en