215 OUD-HOLLANDSCHE KUNST. C. H. Peters. De op bijgaande platen onder de piedestal-paneelen geplaatste gebeeld houwde motieven zijn zandsteenen blokjes of banden van de boven pilasters van den voorgevel, en toonen met hoeveel zorg en elegance alles bewerkt is. profil of silhouet dat hij nu heeft, niet worden toe geschreven. Het oude raadhuis, thans beklemd’ tusschen hoogere en zware aanbouwingen, het is niet meer, wat het oudtijds was, toen het met zijn thans verdwenen achter vleugel zoo aan de noord- als aan de west-zijde geheel vrij stond en aan de oost-zijde slechts begrensd werd door een laag woonhuisje. Toen mocht het terecht een heerlijk en een schilder achtig gemeente-huis genoemd worden Usui Civium, Decori Urbium” zooals de beteekenisvolle spreuk luidt van het Instituut van Britsche architecten en dat ’s Gra- venhage haar raadhuis ook eene eeuw later, in 1671 nog hoog waardeerde, dat blijkt o. a. uit de kosten, die zij zich toen voor eene nieuwe vierschaar getroostte, en uit de kunstenaars, wien zij dit werk opdroeg een Willem Doudijns 512 gulden betalende voor de drie doeken Salomo’s eerste Recht voorstellende en een Joris van Westrenen, Smit int Oogh int Seylstraatje, de somme van negen hondert negentigh Ponden over te maecken de ijsere balg aen de Vierschaer. De beperkte ruimte mij in dit jaarboekje toegestaan vordert dat ik thans eindig, welnu ik doe zulks met de woorden van Victor Hugo „L’architecture, c’est l’histoire d’un peuple qui s’écrit „dans ses monuments. Conserve!- ses monuments, c’est „sauver la grandeur du passé.” ’s-Gravenhage, November .1894.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 332