219 DE HAAGSCHE SCHILDERIJENMUSEA. voortreffelijke Apostel Paulus kon dat wordenBe spiedde hij zijne bejaarde moeder bij ’t lezen van haren foliobijbel, er ontbrak slechts een ouderwetsche half versleten en wijdgeplooide mantel aan, om er eene Profetes Hanna van te maken, zoo goed als hij ze zich slechts wenschen kon. Zoo vinden wij in Rem brandts vroegsten tijd een zeker aantal personen, die blijkbaar tot zijne nadere omgeving behoord hebben, telkens en telkens weder terug, ’t zij als afzonderlijke figuren, ’t zij gegroepeerd tot de een of andere bijbel- sche voorstelling Op deze wijze begon de jeudige artist naam, grooten naam te maken. Wij weten bijvoorbeeld, hoe Constantijn Huygens een ervanJudas den prijs van zijn verraad aan de hoogepriesters terugbrengende, tot in de wolken verhief. Thans vestigde men ook het oog op hem als portretschilder en kreeg hij zelfs reeds in de hoofdstad Amsterdam zooveel te doen, dat hij in de tweede helft van 1631, dus op vijf en twintig-jarigen leeftijd daar heen verhuisde. De vroegste portretten, die nog bewaard zijn gebleven, dateeren uit dat jaar en zij wier namen, wij weten, stellen reeds Amsterdammers voor. Het nieuwe meisjesportret in het Mauritshuis daaren tegen is blijkbaar nog iets vroeger geschilderd en dus nog uit Rembrandts Leidsche periode. Wij mogen er, voor zoover onze tegenwoordige kennis reikt, het debuut van Rembrandt als portretschilder in of om 1629-30 in zien. Twintig of vijf en twintig lente’s kan de jeudige schoone geteld hebben, die zich hier in haar stemmig zwart costuum, haar breeden geplooi’den kraag en haar wit mutsje over het gladgestreken haar liet vereeuwigen. De details zijn zorgvuldig behandeld en goed doorwrocht, zelfs in den eenvoudigen effen grijzen achtergrond

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 336