225
Il
DE HAAGSCHE SCHILDERIJENMUSEA.
naakten kreupele hem om hulp smeeken, rechts vat een
vrouw den zoom van zijn kleed om het te kussen,
meer naar achteren tillen moeders hare kinderen op,
om voor hen hulp van den apostel te smeeken. Er is
veel schoons van teekening en uitdrukking in deze
voorstelling en wanneer het geheel niet volkomen be
vredigt, ligt dit slechts daaraan, dat er te veel sporen
van vreemde invloeden in zichtbaar zijn en het daardoor
te theatraal en te zeer gecbmposeerd geworden is. De
knielende vrouw rechts bijv, zou naar eene Mater
dolorosa van een Carlo'Dolci gecopiëerd kunnen zijn.
Dit tafereel is voluit gemerkt en 1663 gedateerd.
In ’t Burgerweeshuis te Amsterdam ziet men eene oude
herhaling van vrij wat zwakker allooi en dus vermoe
delijk eene copie. Op het landgoed Bearwood van den
onlangs overleden eigenaar van de Times, den heer
John Walter, bevindt zich een tweede bijbelsch stuk
met levensgroote figuren van du Jardin, de verloochening
van Petrus voorstellend.
Een tegenvoeter van du Jardin, ook waar deze zich
op zijn eigenlijk terrein, het gestoffeerde landschap,
beweegt, is Aert van der Neer (1603— 1677). Gelukt
het aan gene niet zich aan zuidelijke invloeden te
onttrekken, dezen durf ik zonder aarzelen met Paulus
Potter den besten schilder van ons laag polderland
noemen. Gaarne laten wij aan anderen de eer, duin
streken. het strand der zee of de Geldersche heuvelen
op volmaakte wijze te hebben weêrgegeven, Potter en
van der Neer hebben zich beide nagenoeg uitsluitend,
gene tot de Hollandsche weiden met hare viervoetige
bewoners, deze tot de kanalen en vaarten bepaald. De
twee hoofdmomenten die hij daarbij voor zijne voor
stellingen uitkoos, waren de nacht bij maneschijn en
15