12
den gemeente-arcbivaris van
verpacht aan regenten van Den Haag door deken en kapittel
van de Hofkapel, en doorloopende tot onzen tijd, wat betreft
hooger, middelbaar en lager onderwijs: want zelfs werden in
den aan vang der 18e eeuw door die van Den Haag ook pogingen
aangewend om een illustreschool hier ter stede opterichtenover
jurisdictie quaestiën, waarover het hof en de Haagsche magistraat
tot in het oneindige redetwisten; over de zeeweringen te Sche-
veningen, inzonderheid over den zoogenaamden dijk; over de
beek, eenmaal een watertje liefelijk klaterend en verfrissching
aan Den Haag gevende, thans een stinkend moerriool: over het
aanleggen en diepen der vaarten naar Delft en Loosduinen, en
de straatwegen annex; over de markten, de paardenmarkten,
niet te vergeten, en de verpachtingen van dien; over het recht
van exue, en de vele overeenkomsten door die van Den Haag
met de andere steden daaromtrent gesloten over doch
waartoe voort te gaan met deze opsomming van den inhoud van
zoo'n breede reeks stukken, waarvan, ik zeide het reeds,
ieder nomnier een uitgebreide stoffe biedt.
Aan deze serie sluiten zich nauw aan de duizende keuren door
den Haagschen magistraat gemaakt, in achtereenvolgende eeuwen
en die zoo’n helder licht doen schijnen op de maatschappelijke
toestanden onzer stad. Het is zeker geene overdrijving, wanneer
ik beweer, dat even zooveel keuren als er zijn, bijna even zooveel
opstellen samen te stellen zijn, waarin de geschiedenis van Den
Haag en het leven en streven zijner burgerij klaar en duidelijk
kan voor oogen worden gesteld. Ik zelf heb daarmede eenmaal
een begin gemaakt en de enkele opsomming der titels van de
stukken, die in »het Vaderland» werden opgenomen, als:
a. Een omnibusdienst naar het huis ten bosch.
b. Aardbeziën en aspergies.
c. De hondsdagen.
cl. Op de Prinsengracht.
e. Ijdelheid in de kerk.
Zondagsrust.
e/. De biertappers van de Bierkade verjaagd.
h. Vagebonden, enz. geweerd.
i. Het gemak en genot belast.
j. Gortige varkens.
k. ’tls erg met de meiden.
Z. Hard rijden.
Zie o. a. daarover het verslag van o
Middelburg, 1893. bl. 30; dan ziet men wat er van te maken is.