12 I il ingang, indien die noodig mocht blijken voor den concierge of voor de verschillende afdeelingen. Maar het kan heel goed op zich zelf staan en behoeft, al is het eenvoudig, dan niet in disharmonie te komen, want dat is het doel van de voorstellers, met de goede gebouwen, die daar nu in de buurt staan of die men daar met recht mag verwachten. Wat de plaats betreft, welke gekozen is, ook daarin gaan de voorstel lers met den Minister mede. Zij achten die geschikt in de overweging, dat het gebouw niet in den weg zal komen te staan aan het nieuwe rechtsgebouw, want het komt niet op het gebied van het Binnenhof, maar blijft daarbuiten en zal bovendien het leelijke kijkje wegnemen.dat men nu heeft op het gebouw van den Hoogen Raad en op den achter gevel van Koloniën. Er is derhalve bij de voorstellers geen principieel verzet tegen dezen aanbouw, maar zij wenschen eenvoudig een beleefd doch dringend ver zoek aan den Minister te doen, om te komen met een nieuw voorstel, dat met zorg is overwogen, met een plan dat niet zal vloeken tegen de bouw orde van de verschillende gebouwen in de buurt, die eenige kunstwaarde hebben. Wanneer ons amendement wordt aangenomen, zal de Minister kunnen komen, evenals geschied is ten aanzien van de verbouwing van het Departement van Marine, met een wetsontwerp tot verhooging van dit hoofdstuk, en dit behoeft evemin aanleiding te geven tot groote ver traging, als het geval is geweest met die verbouwing. Ik hoop dat de Minister ons amendement zal overnemen en. mocht dit niet het geval zijn, dan bevelen wij het aan in de welwillende, overweging van de Kamer. De VoorzitterDaar het amendement door vijf leden is voorgesteld, maakt het van rechtswege een onderwerp van beraadslaging uit: De heer de Savorn-i-n Lohman: Toen ik hedenmorgen dit amendement ontving, heb ik mij afgevraagd of dit eigenlijk wel een serieus amende ment was. Ik vat het niet als zoodanig op. maar alleen als eene gelegenheid voor eenige leden der kamer om de bijzondere aandacht van den Minister op dit onderwerp te vestigen. Ik stel mij voor. dat. wanneer de Minister van Waterstaat over dit amendement gesproken zal hebben, het wel zal worden ingetrokken; ik hoop althans dat de Kamer niet gedwongen zal worden om er over te stemmen; want dat zou aanleiding geven tot de invoering van een geheel nieuwen tak van dienst voor ons en wel tot eene invoering op zeer verborgen wijze. Leest men het amendement, zooals het daar staat: ..Stichting van een gebouw in verbinding met, en ten behoeve van het Departement van Koloniën en daarmede in verband staande uitgaven. Memorie,”, dan klinkt dat zeer onschuldig, maar in den staart zit het venijn; in de toelichting n.l. Daar lezen wij: ..De bedpeling van het amendement is te doen uitkomen, dat het niet' wenschelijk is den gevel tegenover het Mauritshnis te verlengen ia overeenstemming met het vooruitspringend gedeelte aan de Oostzijde.” Het geldt dus eene stijlquaestiede Kamer zal in het vervolg moeten gaan oordeelen ook over den stijl van de aangevraagde gebouwen, dus over vragen van architectuur. Wij zullen in het vervolg op de programma’s der politieke partijen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 100