26 hoe weinig’ dan ook. had mogen medewerken tot een zaak welke zijn warme, sympathie heeft. Daarna sprak de heer D. F. van Heijst: ..Heeft onze geachte Voorzitter Uwe Excellentie reeds dank gebracht; ik ben zoo vrij dit te doen uit naam van alle leden, van regelingscommissie en afdeelingen. Uwe Excellentie heeft onze Vereeniging een zeer groote eer bewezen, waarvoor we u innig’ dankbaar zijneene eer welke wij in ’t bijzonder op prijs stellen, daar Uwe Excellentie wel heeft willen medewerken, om een man te verheerlijken, dien we zoo gaarne vieren als groot Hagenaar. Wie langs den schoonen Scheveningschen weg wandelt, voelt steeds hoeveel hij aan Huygens verplicht is. Deze eerste straatweg van ons vaderland wordt niet alleen door ons landgenooten, maar ook door de vreemdelingen om het zeerst geprezen. Hij brengt ons steeds den naam van Huygens in dankbare herinnering, en daarom trof het ons in het hart, dat Uwe Excellentie zoo bereidvaardig* is geweest mede te werken ter eere van Huygens en zijne familie, welke in zoovele opzichten een sieraad geweest is van ons land.” De Minister bedankt daarna den heer van Heijst, en al de heeren wier tolk hij was voor het hoogst vereerend woord tot hem gesproken, en of schoon Zijne Excellentie dien lof moet afwijzen voor zijn persoon, nam hij dien gaarne aan voor zijne betrekking’. Hierna werd de vergadering door den Minister-eerevoorzitter gesloten Daarna, kozen de verschillende afdeelingen zich hunne besturen. Door den voorzitter van „die Haghe”, werd in zijne inleiding’ nog ge wezen op verschillende brieven van instemming en toezegging- tot steun, als van den Algemeen Rijksarchivaris-en van de Heeren Gijsberti Hoden- pijl. Wildeman, Quarles van Ufiford, mr. Pape e. a. Op de bestuurstafel waren ter inzage neergelegd verschillende in den laatsten tijd geschreven artikelen over de Huygensen, waaronder van den Voorzitter, van de heeren Quarles van Ufford. Henriques Pimentel, een referaat van de rede van den Voorzitter der Maatschappij van letterkunde, enz. N A A M L IJ S T. Here- Voorzitter. Zijne Excellentie, de Minister van Binnenlandsch'e Zaken. JEere-Leden der Commissie: Jhr. Mr. V. E. L. deStuers. Mr. J. P. Vaillant. A. J. Servaas van Rooijen. algemeen Voorzitter, tevens Voorzitter der afdeelingen. L. Wiehers. Onder-Voorzitter. Mr. J. B. J. JST. Ridder de van der Schueren. Ie Secretaris. W. Baron Snouckaert van Schauburg, 2e Secretaris. Dr. R. Krul, Penningmeester. Bestuur der Vereeniging ^die Haghe": A. J. Servaas van Rooijen. Voor zitter. Mr. J. B. J. N. Ridder de van der Schueren, Secretaris. Dr. R. Krul. Penningmeester. L. J. J. Hageraats. P. Zwart, Mr. A. E. H. Goekoop. Leden. Mr. C. Bake, Jhr. Mr. O. II. Beelaerts van Blokland, Dr. H. J. De Dompièrre de Chaufepié, R. H. Driessen. Dr. O. Hofstede de Groot, L. H. de Grijs. C. Gijsberti Hodenpijl, Mr. O. J. A- Heijdenrijck. D. F. van Heijst, W. J. Huygens, W. P. 11. Jansen. Mr. P. P. van Marie, M. Mouton, F. J. G. ten Raa, W. Baron Snouckaert van Schauburg,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 114