30 wegsterven, en vergeten begin van uitvoering.” klanken, dat gejuich niet zijn ijdele klanken die zaken, maar laten zij zijn een daad, een Welnu, mijneheeren, daacl zal dat gejuich kunnen worden. Ik hecht aan de dichterlijke woorden van onzen medebestuurder P. Zwart, waar hij zegt: Wat muren, breed en hoog, het grijs verleen omwal’en. Zij storten straks tot puin Zij storten voor uw woord, als Jericho voor ’t schallen Van Israels bazuin. En om u er al terstond op te wijzen, dat de mogelijkheid bestaat van ons willen en streven, lees ik u even voor, wat onze specialiteit-deskun- dige. de heer Peters, er van schrijft in het le deel van zijn Rapport aan den Minister: „Op de vraag, wat er gedaan zou moeten worden om de Zaal in haar oorspronkelijken toestand te herstellen en eere haar waardig-e bestemming te geven, kan geen ander antwoord volgen dan dit. Daartoe is noodig: Vooreerst: ontmanteling-. De sedert het midden der veertiende eeuw achtereenvolgens daartegen geplaatste, eerst lage, de zijramen vrijlatende, doch later verhoogde, die ramen toen doelloos makende zijgebouwtjes. moeten worden verwijderd. Dit kan zonder bezwaar geschieden, want aan de noordzijde dienen deze gebouwen gelijkstraats slechts V»t bergplaats en op de bovenverdieping’ tot huisvesting van daarin tijdelijk onderge brachte ondergeschikte bureelen. Aan de zuidzijde worden zij, behalve voor lokaliteit ten dienste van den Procureur Generaal bij het Gerechtshof. welke lokaliteit, blijkens de onder Uwer Excellence's ambtsvoorganger bereids gemaakte plannen tot restauratie en verbouw van het Hof. bij dien verbouw zeer doelmatig ten noordoosten der Oude of Rolzaal kan worden gevonden uitsluitend gebruikt als bode- en conciërgewoning. Ten tweede: het aanbrengen eener bekapping- zooals zij vroeger had. Ten derde: restauratie harer zijgevels met hunne ramen, bogen, kantee- len. pinakels, dakvensters, goten, enz. Ten vierde: het bouwen eener schouw, en herstel van haar oude tegel- bevloering, thans met eene cementlaag overdekt, benevens wat schilderwerk. Ten laatste: herstel van hare beide kelders, wier gewelven ten behoeve der steunpunten voor de ijzeren kolommen zijn doorbroken, die hunne ramen missen en wier bevloering van lieverlede 30 cM. is verhoogd. De kosten, vroeger, zooals gezegd, begroot op ruim f 178.000. zullen een bedrag van 192.000 niet overschrijden en zouden ge voegelijk over drie dienstjaren verdeeld kunnen worden.” Het Bestuur heeft gemeend uw mandaat zoo ver mogelijk te moeten uitstrekken, zoowel door u geheel vrij te laten in het assumeeren van andere, in of buiten onze Vereeniging staande personen, als door u geheel zelf standig te laten optreden en handelen, buiten onze Vereeniging om. Nie.t het Bestuur der Vereeniging moet in de voorbereiding dezer zaak de stuwende of leidende kracht zijn; uwe Commissie moet onbevangen liare meening kunnen uitspreken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 118