31 daarvoor, meneer, de Vereeni- BIJLAGE O3. Aan Hare Majesteit de Koningin- Weduwe. Regentes van het Koningrijk. MEVROUW, Onder de historische gebouwen waarop Nederland roem mag dragen, komt èn wat oudheid, èn wat geschiedkundige beteekenis èn wat architek- tonische waarde betreft, buiten twijfel de eerste rang toe aan de Groote Zaal op het Binnenhof te ’s-Gravenhage. Gesticht door een der beroemdsten van Holland’s Graven, door Floris V. den zoon van den Roomsch-Koning, was deze Zaal, in den tijd van haar stichting als een meesterstuk van bouwkunst vermaard, sedert het laatst der dertiende eeuw het middelpunt van het grafelijk kasteel, eeuwenlang en nog heden, ondanks alle ver anderingen en wisselingen, de zetel van ’s Lands Hooge Regeering. Haar riepen de Graven uit de Huizen van Holland, Henegouwen en Beieren hunne edelen en mannen van wapenen samen, hetzij ten krijg, hetzij ten vederspel: daar spraken zij recht en vierden zij feest; daar schaarde Filips van Bourgondië de Ridders van het Gulden Vlies, saam- gelezen uit de edelste geslachten des lands, om zijn zeteldaar wapperden, in de glorierijke dagen der Republiek, de vaandels en banieren, op’s lands vijanden veroverd. Die zaal was getuige van de pracht en weelde der Riddertijden, van de rijpende beschaving, van de zangen der meistreels Toch mag- ik nog dit wel zeggen. Zeer zeker is het mijne persoonlijke overtuiging, maar ik geloof, dat ik daarin niet alleen sta: wat men wil, dat kan men. Ik zie dan ook in mijne verbeelding reeds de Oude Ridderzaal op het Binnenhof teruggebracht tot al haar glorie en luister van weleer, en op marmeren tafelen gegriffeld, in gouden letteren blinkende, die zullen spreken tot het nageslacht dat. met uw moreelen steun, de Vereeniging „die Haghe” die grootsche zaak heeft tot stand gebracht. Ik mag ook zeker nog met erkentelijkheid gewagen, dat het lid uwer Commissie de Heer Wittert van Hoogland zich welwillend heeft bereid verklaard om de regentenzaal van het aan zijn zorgen toevertrouwde ge sticht. voor uwe vergaderingen beschikbaar te stellen. Het Bestuur der Vereeniging „die Haghe” brengt u W. zijn hartelijken dank. En nu mijneheeren gelooven we ons als bestuurders van ging „die Haghe” te mogen terugtrekken. We wenschen u het beste, meest voldoende succes, en vleien ons, dat we u, binnen een niet ,al te kort tijdsverloop nogmaals zullen kunnen ontmoeten Een vruchtbaar arbeidsveld, slechts wachtende op ontginning, Ligt voor u uitgestrekt, Een gloriebaan, waerop het leven zijn verwinning, Bij iedere schrêe voltrekt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 119