43
1) Zie de Nrs 466177 der Geir.eentc-bibliotheek. Gedr. Cat. Ie deel.
Gaan we daarom den historischen inhoud even na.
Behalve de stedelijke kronijk, te beginnen met 1831, welke in de jaar
gangen 18331838. 'wordt gevonden, en waaruit tal van data voor lustra
zijn te ontleenen, leveren de jaargangen 18331840 flinke biographieën van
de Heeren H. van Wijn, Bijksarchivaris, Pieter de Riemer, beroemd
geneeskundige, later Hoogleeraar, gedoopt 22 October 1769 in de Groote
Kerk, en overleden te ’s Gravenhage, middernacht van 28 op 29 April
1831. Hij was lector in 1804 en professor in de genees- heel- en verlos
kunde te ’s Gravenhage in 1812.
Zijn portret door J. Hari. van 1827, bevindt zich op het Gemeente-
Musqum, en dr. R. Krul heeft over hem geschreven in het N. Tijdsch. v.
Geneeskunde 1887.
Verder levensberichten van J. H. Mollerus; van Graaf G. K. van
Hogendorp; van Mr. N. Carbasius; van Mr. C. J. C. Reuvens. den
schrijver van de Romeinsche bouwvallen op de Hofstede Arentsburg
gevonden 9; van J. Sluiter; van Mr. A. W. N. Tets van Goudriaan;
van Jhr. P. J. de Bijevan Mr. C. Asser; van A. A. Buyskes en van
F. H. Ampt.
Behalve deze biographieën. die groote waarde voor de geschiedenis
van ’sGravenhage bezitten, waar die mannen geleefd en gewerkt hebben in de
le helft dezer eeuw, wordt in den jaargang 1834 een zeer aardige en
belangrijke ..Wijkbeschrijving” gegeven, terwijl in een paar volgende
jaarboekjes Statistieke bijzonderheden over ’s Gravenhage worden mede
gedeeld.
Verder vindt men in die serie gedichten op ’s-Gravenhage en het
Bosch, en in een 4-tal prozastukjes wordt het natuurschoon van den
Hayhe-hout. in de verschillende jaargetijden met geestdrift beschreven.
Herinnerd wordt aan den houtzaagmolen, Willem de Kerste van de
firma Van Gogh. en op welke wijze die molen dien naam verkreeg*.
Sedert 1838 verkreeg het jaarboekje een bepaalde rubriek Mengelwerk,
en werden ook in een noot door den Uitgever Bijdragen verzocht.
Niettemin vloeiden de historische bijdragen voor den Almanak niet
ruim. We vinden nog de Groote of St. j’acobskerk, Ned. eerste Koningin
Frederika Louisa, Wilhelmina, Vorsten en Vorstinnen te Delft begraven,
de redevoering van den Heer Tollens in de Teeken-Akademie, de Vis-
scherij te Scheveningen. en andere bijdragen in proza en poëzie.
In '1840 bleef het Mengelwerk afwezig, en sedert was het begrip van
Haagsch Historische Almanak voor goed opgeheven. Jammer genoeg
want deze serie, in de bibliotheek der Gemeente voorhanden, heeft wel eenig
historisch belang voor de geschiedenis der residentie uit deze eeuw.
Om zooveel mogelijk volledig te zijn, en toch in het kader te blijven
mogen wij ook noemen de verschillende kleine almanakjes die in ’t laatst
der 18e eeuw, voornamelijk hier ter stede, het licht zagen, en bekend zijn
onder de titels: Be Haagsche Princely ke en Koninglyke Almanak, de
Nieuwe Princelyke Haagsche Almanak, de Haagsche Historische Almanak, enz.
Voornamelijk werden daarin echter feiten uit ’s Lands historie geme-