44:
j en
1788.
moreerd, waaronder de lotgevallen der Oranjes uit den patriottentijd
eene breede plaats innemen.
Zuiver Haagsche Almanakken, in den zin, zooals de ..Almanak” van
Belinfante had kunnen worden, en ons Haagsch Jaarboekje, ik durf
zeggen met eere. thans is. zijn het echter niet.
Niettemin wil ik over die boekjes nog een en ander mededeelen. om
aan mijne woorden ook eenig historische waarde te geven.
De Bibliotheek der Gemeente bezit een vrij aardige verzameling.
In de eerste plaats noem ik de Nieuwe Nrincelgke Haagse Almanak,
welke reeds in 1771 bestond 1). uitgegeven werd bij Pieter Servaas, en
waarvan mij ook de jaargang 1785, door de Erven Servaas uitgegeven,
bekend is.
Het adjectief nieuwe kon doen denken aan een vroeger bestaan heb
bende oude Princelyke Haagse Almanak, maar toevalligerwijze, verscheen
de Princelyke Haagse Almanak, zonder het praedikaat nieuwe nadat de
uitgave der nieuwe was gestaakt.
Haagsch was dat Almanakje slechts in zooverre, dat de uitgever in
den Haag woonde, en dat het woord Haagsch is bijgevoegd.
Overigens gaf het zoowat van alles, en mogen de boekjes vooral daar
om curieus heeten. wijl zij door een deel van hun inhoud, en door den
aard der bijgevoegde prentjes, welgevallig trachtten te zijn bij de Dames.
Zoo geeft één jaargang, o.m.. regelen voor de kunst in het aanbrengen der
in dien tijd gebruikelijke moesjes: op de kin, la gracieusey op het voor
hoofd. la majestueusey bij den mond, la baiseusey iets verder er van daan.
la galante y onder de onderlip, la. coquettey bij het 002* op de linkerwang,
la passionnée. terwijl die van 1785 modeprentjes geeft met de onder
schriften Cérémonie, Ordinaire, Congé, Amusement, Conversation en
Jdrintemps.
Van de Haagsche Prinselyke en Koninglyke Almanach is de oudst
-mij bekende jaargang’ die van 1788.
Waarschijnlijk heeft hij dus zijn ontstaan te danken aan het eerste
herstel van zaken in 1787. toen de Patriotten er voor enkele jaren weer
onder waren gekomen.
Al de mij bekende jaargangen, (de laatste in de Gemeente-bibliotheek
voorhanden is voor het jaar 1795) zijn uitgegeven bij J. S. Jacobs d’Agè.
Zij ademen een Orangistischen geest, en beschrijven tal van gebeur
tenissen uit den Patriottentijd, waarbij zeer leelijke afbeeldingen ge
voegd zijn.
Het blijkt mij. dat bij denzelfden Uitgever, onder den titel: Neder-
landsche Princelyke Almanach. in 1787, een dergelijk jaarboekje verscheen,
dat zelfs een 2e druk beleefde, en waaruit een geweldige haat spreekt
tegen de Patriotten en hunne exercitie-gezelschappen.
Ook gaf hij voor het jaar 1803 uit een Haagsch Historische Almanach
waaromtrent niets wetenswaardigs valt te vermelden.
Wonder genoeg, dat die boekjes het vrij liepen om verboden te worden.
Daarmede toch was men in den Haag vlug genoeg.
D Zie Eigen Haard 1881, bl 27, noot.