50 t eh Bui- aang’ename herinneringverheugt het ons, der eigendommen van Prins Albert der Niet uit eigen belang, al ligt het bezoek aan Zorgvliet tenrust ons nog steeds in r- 1-1- dat ook de administrateur o Nederlanden zich aan die Haghe heeft willen verbinden. Eigenaar van eene fraaie collectie kunstwerken en antiquiteiten zal zijne, voorlichting zeer zeker van groot nut kunnen zijn; wie weet of niet te eeniger tijd ..die Haghe" zijn eigen museum zal hebben; we hebben nu reeds eene aan groeiende boekerij, een portefeuille met teekeningen en prenten, welke zich uitzet. en een of twee voorwerpen, onlangs veroverden we nog een steen uit Rijswijk, welke nu nog berging vinden in het Ge- meente-museumwie weet of dat museum niet eenmaal onder die Haghe's vleugelen een vlucht zal nemen aan die der arenden gelijk. Dan ook zullen we de hulp mogen waardeeren van een van Borneren Brand die weet te organiseeren, getuige zijn Schutteriyn'Mse^im te Amster dam. en van den stadsschilder Klinkenbergdie de architectonische lijnen van onze gebouwen en gevelrijen weet te overgieten met het stralend zonlicht, aan zijn penseel eigen, en ons bewonderend doet opzien, naar die bevallige omtrekken, toppen, torentjes, trapgevels en wat niet al, die onze oude bouwmeesters wisten te tooveren uit kalk en steen, soms zich verliezende in den wazigen dampkring en dan weder zich dompelende in het diepste blauw, waardoor zich hun silhouet schilderachtig afteekent. Met voordracht heb ik ons nieuw werkend lid de Heer ALEX. VER HEULL te Arnhem het laatst genoemd. De naam Ver Heull heeft hier ter stede een goeden klank. Wie de Seheveningsche -boschjes lief heeft en lof brengt, vermeldt ook den roem van den oud-wethouder der gemeente, die dien naam droeg, en terecht door de Verlluellbanh in eere wordt gehouden. Maar het is daarom niet, dat we verheugd zijn dat de Heer Alexander Verheull zijn naam aan onze Vereeniging verbond; ook niet omdat zijne geestige penteekeningen zijn naam over zal brengen tot in het verste nages’acht; zelfs niet omdat hij Houbraken en zijn graveerkunst een waardig monument heeft gesticht; maar voornamelijk, omdat de talent volle man hart toonf te hebben voor den Haag; vrijgevig is, om wat den Haag betreft, af te staan aan de collecties daar aanwezig, maar ook en vooral omdat hij aanspraak mag maken op erkentelijkheid van zijn landgenooten, en ..die Haghe”, ook een klein gedeelte van den Wagen van den Staat vormende, daarin niet mocht achterblijven. En nu, mijne heeren, herhaal ik ’t oude versje, dat ik zoo straks aan haalde ..In ’tverleden ligt het heden; in het nu wat worden zal”. De serie onzer JAARBOEKJES, houdt- eene voorspelling in; zij spreekt ook voor de toekomst! Aan u. mijne heeren om die voorspelling schitterend waar te maken. De terugblik door mij geslagen heeft u het bewijs gegeven, dat waar samenwerking de leus is, iets goeds, iets grootsch, iets verhevens kan worden verkregen. Wilt steeds onze vereeniging, en haar orgaan krachtdadigen steun verleenen. opdat nog eenmaal door onze nakomelingen het eeuwfeest van onze Vereeniging kan worden herdacht, en luisterrijk gevierd! DAT ZIJ ZOO!

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 138