5
STEEKSPEL IN DEN HOFVIJVER.
La Haye par un
BEQUEST DER VEREENIGING ..DIE HAGHE
aan Burgemeester en Wethouders.
1°. de vrije beschikking op 24 Juni 1895 van zons op- tot onder
gang van den Hofvijver, met dien verstande, dat het der Vereeniging’
toegestaan worde, zoo noodig. enkele dagen te voren, daarin te doen
aanbrengen de noodige gondels en roeibootjes, en dat het vervoer uit
den vijver een der volgende dagen mag plaats hebben, en dat het der Ver-
■eeniging tevens worde toegestaan, een houten vlot van ongeveer 2 M.
breedte te doen vastleggen aan de kade, zijde Langen Vijverberg, van
het wed af, tegenover het Gemeente Museum, tot aan het tuintje van
de Place Royal; dit houtvlot eenige dagen te voren te water te laten.
<m in de week volgend op 24 Juni te verwijderen.
2°. om, op den dag van het waterfeest, niet door de op den Vijver
verblijf houdende watervogels gehinderd te worden, wordt verzocht van
Gemeentewege die vogels op 24 Juni van zons op- tot ondergang op
te kooien, in den inham tusschen het Mauritshuis en het Departement
van Binnenlandsche Zaken, waartoe een latwerk op de rooilijn van de
gebouwen van het Binnenhof (waterzijde), ten koste der Vereeniging
en de afbeeldingen er van, die tot ons zijn gekomen
te belichamen?
Een voorstel daartoe vond in den boezem der ver
eeniging bijval, en 3-t .liini 1895 werd bepaald als de
dag, waarop aan stadgenoot en vreemdeling een stuk oude
Haagsche geschiedenis voor oogen zou wordengetooverd.
Na uitvoerige correspondenties, tal van besprekingen
en overwegingen, waarbij bleek, dat het Bestuur van
-die Haghe” op aller steun kon rekenen, zoodat nog
slechts de toestemming van de autoriteiten ontbrak,
werden door den Voorzitter en den Secretaris, daartoe
gemachtigd, twee requesten, respectievelijk aan H.H.
Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage, en
den Heer Burgemeester als hoofd der Politie, op
8<J Fehl'liaB‘H ingediend. Daarin werd ongeveer het
volgende gevraagd.
i) Ook wordt op bladz. 13 van het 2e deel van
Habitant (de Fonseca) dit waterfeest gememoreerd.