10 DE HAAGSCHE FINANTIËN IN 1794 EN EEN EEUW LATEI!. cijfers bij te pas en al zijn wij wellicht niet het meest bevoegd om dit gebied te bewandelen.. Ter zakein de onrustige dagen aan het eind der vorige eeuw werd er een provisioneele Raad van ’s Gravenhage aangesteld en deze splitste zich op den 2«n Februari 1795 op voorstel van den Secretaris van Maanen in een Committé van veiligheid en waakzaam heid, en een Committé van finantie; wij zullen ons alleen ophouden bij het laatste, dat reeds op den 4en dier maand besloot op te nemen den actueelen staat der kas, wat er te betalen is, welke ontvangst er voorhanden is, voorts een generale balans te for- meeren van de schulden, eindelijk een concept te geven volgens ’t welk de inrichting van het finantie- wezen diende geregeld te worden: burger Molière werd met de burgers Huijgens, Noordbeek. Bossé en Heinsius belast met de uitvoering en reeds den 22en Maart waren zij met den lastigen arbeid gereed. Uit hetgeen volgt zal men bespeuren dat de zeer moeilijke taak niet te zwaar voor hen was en zij er zich met eere doorsloegenten bewijze zullen wij hun eenigs- zins breedsprakig rapport in zeer korte trekken meê- deelen. In den aanvang wordt reeds dadelijk verklaard dat de taak vooral daarom niet gering was, wijl de dage lijksche occupatiën van ontvang en uitgaaf en de dagelijksche raadsvergaderingen zooveel tijd vorderden. Toen dagelijksche raadsvergaderingen, en nu? wat worden wij thans stiefmoederlijk bejegend Het vertrouwen dat ieder lid van dit Committé voorondersteld werd te hebben gesteld in de vorige Regeering. deed de zoete hoop koesteren .dat de ad ministratie, zoo geene volmaakte ten minste in eene

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 162