Wij verwaarloozen de stuivers en penningen. 2j liet. Cominitté vergiste zich, door slechts 13450 deficit op te geven. DE HAAGSCHE FINANTIËN IN 1794 EN EEN EEUW LATEIt. 11 gereguleerde en goede orde zou worden bevonden”. Al aanstonds bleek dat het bewind over stadsinkonisten en uitgaven was verdeeld in twee departementen het ordinaire onder den Thesaurier ressorteerend, die jaar lijks rekening deed aan den Hove van Holland, en het extra-ordinaire, over hetwelk de Burgemeesters uitsluitend het bewind hadden, die op St. Catharina- dag (25 Nov.) aan Schepenen eene particuliere reke ning overlegden. Het Cominitté oordeelde dat een overzicht over een tijdperk van tien jaren noodig, doch ook voldoende was, om uit het gemiddelde met eenigen grond te concludeeren welke de stand van zaken was. Dit tijdperk omvatte de tien „zeer verstaanbare, klare rekeningen der jaren 17851794”, waarvan alleen de laatste wel gereed, maal’ natuurlijk nog niet gesloten was. Het bleek uit die tien rekeningen, dat behalve de in die jaren opgenomen en genegotieerde penningen dan eens veel, dan eens weinig bedragende, - de ordinaire ontvangst in die tien jaren heeft bedragen 1.037.347 en (^e ordinaire uitgaaf, behalve de in die jaren afgeloste kapitalen 1.271.850, en dat dus meer werd uitgegeven dan ontvangen 234.503, gevende een jaarlijksch déficit van 23450 -). Men vergelijke den achterstaande!! staat I. Tot zoover marcheert de zaak vrij goed, al blijkt het dat toen reeds déficits aan de orde van den dag waren, maar het blaadje keert plotseling om als de extra-ordinaire ontvangsten en uitgaven aan de beurt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 163