r
r
Ld
17
A. Ordinarii Inkomsten.
f
i:
I”
L
2
Staat I.
447.028
y>
80.079
6.
v. Tol- en Straatgelden
43.239
T>
'D
75.228
115.915
47.776
8.000
■100.000
800.
■10.000.
41.191 in 1794.
46.785 1787.
4.696 1794.
11.427 1785.
1793.
1785.
1788.
1794.
1788.
1790.
1788.
1794.
9
13.219
4.566
6.144
2.208
5.370
7.197
9.063
Per jaar f
Afwisselend
van
9.827 in
v. h. Vuilnisgeld
vaste subsidie uit de
7.
8. Jaarl.
Bank van Leen in g
9. Jaarl. subsidie v. d. Sociëteit1).
i) De Sociëteit was zulk eene bijzondere instelling dat zij een afzonderlijke be
schrijving verdient; vermoedelijk werd zij geboren uit de omstandigheid dat ’s-Graven-
hage wel geen stad was, maar een bevolking bevatte die aanspraak kon maken
op een bijzonder goed geregeld finantieel beheer.
Zij was een Collegie reeds vóór het einde der 16e eeuw ingesteld, doch eerst in
162022 definitief georganiseerd2 leden over den Hoogen Raad, 2 leden van het
Hof, 2 leden van de Grafelijkheids Rekenkamer, en 1 Burgemeester. 1 Schepen en
2 heeren uit de Vroedschap van den Haage. De belastingen op de middelen van ver-
teering verpachtte zij en vorderde die in voor zoover den Haage en Haag-Ambacht
betrof, ook de buitengewone belastingen in tijden van oorlog. Evenzoo regelde zij de
verponding en maakte die kohieren op; in één woord, zij deed in den Haage al wat
in de steden van het gewest de Wethouders deden. De bezigheden der Sociëteit zijn
zoo menigvuldig dat het niet wel mogelijk is ze geregeld te omschrijven, lezen wij
in Tirion’s Tegenwoordige Staat,”
Daar de borgtocht van een der drie Ontvangers 20.000 bedroeg, spreekt het van
zelf dat de inkomsten zeer groot waren; dit blijkt ook ten duidelijkst als wij zien
dat behalve de gewone uitgaven dikwerf buitengewone subsidiën, zelfs aan buiten-
landsche behoeftigen. werden geschonken, terwijl de Sociëteit bovendien zorgde voor
eene brandweer, voor straatverlichting en in 1646 de Nieuwe kerk bouwde uit eene
belasting op de wijnen; ook schonk zij de predikanten jaarlijksche toelagen en be-
DE HAAGSCHE FINANTIËN IN 1794 EN EEN EEUW LATER.
1. Accijnsen op Wijnenen Bran
dewijnen
2. Acrijnsen op binnen en bui-
tenl. Bieren
3. Accijnsen op van buiten in
komend Brood en Meel.
4. De 12de penning v. d. Visc.li,
de 20ste van Fruit; Markt-,
Waag- en Kraangelden
5. Collecte v. h. Klapwakersgeld
In 10 jaren nihil.
Afwisselend
van