21
B. Extra-ordinaris Uit garen.
P
L»
F’
F'
L»
Nihil
1. Servitiegelden aan de Militie betaald
2. Turf, kaarsen en onkosten
-176.736
563
18. Vacatiën en presentiegelden
738
24. Muntmeester te Utrecht.
I794
1788
1787
1789
1788
1787
1783
1794
Ti
1.438
1.087
1794
1789
1790
1789
1.627
5.044
694
1.020
600
1.200
1790
1787
1789
1788
2.475
3.080
399.357
21.367
12.537
2.456
180
17.371
18.017
22.839
57.948
1.545
3.480
L»
Nihil in 3 jaren.
-In 1791 f
10.797
12.192
960
3.324 H
L
6.570
armhuis
17. Convocatiegelden
de accijnsen
enz
22. Voor Almanakken en Kaarten.
23. Burgemeesteren aan ingewisselde G. en Z
penningen
DE IIAAGSCHE FINANTIËN IN 1794 EN EEN EEUW LATER.
3. Aan de Bank van Leening geavanceerd
4. Subsidie Regenten van het Pest- en Dolhuis.
5. Traktementen, Pensioenen, Giften aan Ont
vanger, Bailjuw, Magistraat. Scholen, enz.
6. Aan de Thesaurie en aan anderen geleende.
gelden
7. Onderhoud Delftsche weg
8. Verponding van Huizen
9. 100ste penning van Huizen en Landen
10. Erfpachten
In 1793
1794 f' 175.102
7.972
10.943
5.000
24.025
1794
1787
9
3.000
26.040 [i
8.960
8.752 P
L»
210
van den Magistraat
19. voor zes Schepenen
20. Diverse kleine uitgaven
21. Magistraat wegens rantsoenpenningen op
de accijnsen van Wijnen, Bieren, Fruit,
699.470
98.581
129.425
L»
12.030
IV. -1J1
11. Wijnen present gedaan aan de Gewestelijke
Magistraatspersonen
12. Presentiegeld van Weesmeesters.
13. Taxeeren van Huizen.
14. Leverancier van Waskaarsen
15. Onderhoud van het Jacht
16. Carossengeld voor de Regentessen v. h.
28.979