24 DE HAAGSCHE FINANTIËN IN 1794 EN EEN EEUW LATER. horten en stooten tot stand kwam is ons bekend en wordt vooral duidelijk als wij de begrooting van juist een eeuw later inzien. Alvorens daartoe over te gaan, willen wij wijzen op de belangrijke wijziging der toestanden; grooter verschil dan men wel zou denken, al weet men dat de bevolking thans ruim viermaal talrijker is en de waarde van het geld toen grooter was dan nu. Maar er komt vrij wat meer kijken, dat het aanmerkelijk uitbreiden der uitgaven opheldert, zelfs billijkt. In de vorige eeuw bekommerde o. a. het Gemeente bestuur zich bijna niet over het onderwijs, alleen de Latijnsche school ontving eene subsidie; wie dacht er aan eenige zorg te dragen voor het water dat de luidjes dronken, en waarschijnlijk was dit ook niet eens noodig; hoe behielp men zich met „een gloeien- den spijker”, terwijl thans het gaslicht allerwege fonkelt; de kostelijke, maar vrij kostbare brandweer is een volkomen nieuwtje en de veiligheidsdienst, alias politie, is ook op veel duurder voet ingericht en helaas hoog noodig; het huishoudelijk bestuur kost nu meer dan het geheele toenmalig beheer der gemeente aan ordinaris uitgaven, een weldaad die wij te danken hebben aan het huidige papiersysteem, zoo wijdloopig, zoo omslachtig, dat het verwondering baart, dat al de met pennen gewapende heeren niet dag en nacht behoeven door te werken, de asch- en vuilnis- en be- sproeiïngsdienst is grootendeels ook van nieuwe vinding in het laatst der vorige eeuw schijnt (althans lOjaar lang) geen enkel publiek gebouw te zijn opgericht en tegenwoordig vordert de toeneming der bevolking jaarlijks tonnen gouds aan nieuwe scholen en andere inrichtingen. Men kan begrijpen dat de behoeften en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 176