38
DE VREDE VAN RIJSWIJK.
i) Vie de M. Bayle fol. LXXI en LXXII. Amelot en Bayle waren
trouwens ook met elkander bevriend, of althans bekend, zooals blijkt
uit den brief van eerstgenoemde in .,Choix de la correspondance inédite
de Pierre Bayle publié par Emile Gigas“ blz. 128130.
Ook binnen de Republiek der Vereenigde Nederlanden
trachtte Frankrijk met dat doel heimelijke betrekkingen
aan te knoopen. en, even als elders, moest dat ge
schieden, door op listige wijze te doen uitstrooien op
welke voordeelige voorwaarden de vrede verkregen zou
kunnen worden.
Te dien einde schijnt beproefd te zijn op de gerefu-
gieerde Protestanten te werken die, gelijk men weet,
zich destijds in grooten getale hier te lande ophielden,
en die, het blijkt niet recht op welken grond, zich
met de hoop vleiden dat hun, na het einde van den
oorlog, de terugkeer naar Frankrijk zou worden ver
gund. Een levendig verkeer werd onderhouden tusschen
die vluchtelingen en Genève, de bakermat van het
Calvinisme. Aldaar kwamen zij onder het bereik van
den franschen vertegenwoordiger bij de Zwitsersche
Kantons, Amelot, een der bedrijvigste handlangers van
de politiek zijns meesters. De Staten-Generaal echter,
gedachtig zoo het schijnt, aan den drang, die. vóór
het sluiten van den vrede van Nijmegen op den gang
der onderhandeling was uitgeoefend door een stortvloed
van pamfletten, namen ditmaal tijdige maatregelen om
eene herhaling daarvan te voorkomen, en daarom werd
reeds bij het verschijnen van het eerste opzienbarend
geschrift den Réfugiés de mond gesnoerd Maar
intusschen was het Amelot toch gelukt hier te lande
aanknoopingspunten te vinden, zooals aldra bleek uit
de geruchtmakende zaak van den dordtschen burge
meester Teresteyn van Halewijn, die zijne onvoorzichtige