42 DE VREDE IN RIJSWIJK. geheime audiëntie bij Lodewijk XIV dezen hebben aangeraden eene heimelijke zending herwaarts op te dragen aan den heer de Callières, dien hij vroeger aan het hof te Warschau had leeren kennen Maar vrij wat meer aannemelijk komt het verhaal van St. Simon voor, volgens ’t welk Mollo te Parijs toevallig zijn ouden bekende zou hebben ontmoet en met hem aan ’t politiseeren zou zijn geraakt, en dat Callières, die in min of meer ondergeschikte betrekking stond tot den hertog de Chevreuse, dezen van zijne ontmoeting zou hebben kennis gegeven, waarop de hertog en zijn zwager, de hertog de Beauvillier, in 's Konings Raad mededeeling zouden hebben gedaan van de door Mollo gemaakte openingen 2). Callières, die trouwens reeds vroeger in Nederland schijnt gebruikt te zijn geweest, zoude derhalve niet zoozeer aan Mollo te danken hebben gehad dat de aandacht op hem gevestigd was, als wel Mollo aan Callières dat deze hem door zijn invloed gehoor had weten te verschaffen in de hoogste regee- ringskringen. Intusschen, wat daarvan zij, het bericht van het geen te Parijs op het getouw was gezet, kon in den Haag niet dan bezorgdheid verwekken, eene bezorgdheid die zeker niet verminderd werd door het geen daarbij gemeld werd omtrent pogingen van een fransch agent om een heimelijke verstandhouding aan te knoopen met den Stadhouder van Friesland, die, zooals men algemeen wist, op vrij slechten voet stond met den Koning-Stadhouder, en omtrent het voorbe reide!) van een algemeenen opstand der Jacobieten in Engeland. Toch mocht het een geluk heeten dat men b Mémoires historiques biz. XIII. 2) St. Simon. Mémoires, I). I. blz. 38*2.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 194