45 DE VREDE VAN RIJSWIJK. i) Archief van Heinsius III. bl. 73. Het bericht van hetgeen door Mollo te Parijs was uitgevoerd, was den raadpensionaris Heinsius inmiddels bevestigd door den voornaamsten de.r Amsterdamsche regenten, den burgemeester Boreel. Hoe Boreel tot die mededeeling was overgegaan, kan slechts gegist worden niet onwaarschijnlijk zal hem door Heinsius kenbaar zijn gemaakt dat de geheele intrige van Mollo was overgebriefd en zal hij hebben doen gevoelen welk gevaarlijk spel men te Amsterdam waagde. Zeker is het intusschen dat de Honing dank liet betuigen voor de ontvangen mededeeling en verklaarde daarmede genoegen te nemen. Jn het vroege voorjaar van 1694 was Mollo uit Parijs terug, en van de brieven die hij verder vandaar ontving, werd vervolgens geregeld kennis gegeven aan den Raadpensionaris. Vol beteekenis is daaronder een schrijven van den beroemden vesting bouwkundige Vauban dat, ofschoon aan Mollo geadresseerd, blijkbaar voor de regeering der Hoofdstad bestemd was, en waarbij, half vleiend half dreigend, op het herstel der oude verstandhouding met Frankrijk werd aangedrongen. Het zoude belangrijk zijn te weten welk antwoord daarop door de Amsterdamsche Heeren aan Mollo is in de pen gegeven. Deze was intusschen, in eigen oogen althans, een personnage van gewicht geworden, die niets verzuimde om zich te doen gelden, maar die toch eigenlijk niet recht vertrouwd werd. Hij had uit Parijs voorstellen medegebracht nopens de voorwaarden, waarop de vrede zou kunnen worden getroffen, maar het voorjaar van 1694 verliep zonder dat de zaak verder kwam en een, naar het schijnt, door Mollo op eigen gelegenheid zeker ten gelieve

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 197