46 PE VREDE VAN RIJSWIJK. Const. Huygens. D. II. Aanteekeningen op 23 en Journaal van 24 Juny 1(194. van Amsterdam opgeworpen denkbeeld om een wapen stilstand aan te gaan, werd niet eens in overweging genomen. En toen eenmaal de vijandelijke legers weder tegenover elkander in het veld stonden, scheen voor eerst alle uitzicht op vrede weer verdwenen. Ongetwijfeld zal het intusschen de wensch zijn ge weest in overeenstemming met de regenten van Amsterdam te handelen en het bewijs te leveren dat het hem niet om persoonlijke redenen te doen was den oorlog voort te zetten, die Willem III deed besluiten zich in betrekking tot Mollo te stellen en te beproeven wat alsnog door dezen zou kunnen worden bewerkt. Met eene voorgewende opdracht van den koning van Polen werd derhalve besloten Mollo op nieuw naar Parijs te doen trekken maar vooraf verscheen hij in Brabant in het leger. Het geheim van hetgeen gebeurd was schijnt inmiddels zoo wel bewaard te zijn, dat zelfs in de onmiddelijke omgeving van Willem III daarvan niets bekend was geworden. Althans uit het geen Huygens, ’s Konings secretaris, in zijn journaal aanteekent, moet opgemaakt worden, dat deze toen voor het eerst van den man hoorde en eenige inlich ting omtrent hem van den heer van Dijkveld ontving Uit datzelfde journaal blijkt ook dat Mollo van actes en dépêches van Willem III werd voorzien en dat hem vergoeding van reiskosten verleend werd. De „courtier polonois." die buitendien de noodige instructiën van Dijkveld ontvangen had, kwam derhalve in geheel andere hoedanigheid te Parijs terug, dan hij zich het jaar te voren daar bevonden had. Maar hoe gewichtig hij zich

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 198