49 DE VKEDE VAN KIJSWIJK. 4 L) Te Steckborn. Zie A Legrelle, La diplomatie frangaise et ]a suc cession d’Espagne. Tome I bl. 386 en vgg. toezegging te verkrijgen daarbij te zullen worden toe gelaten. Met de voorbereiding dier samenkomst verliep de geheele zomer en een goed deel van het najaar, terwijl de oorlog inmiddels niet dan flauwelijk werd gevoerd. Eindelijk was men liet eens dat aan Callières een paspoort zou worden verleend om naar Maastricht te komen. Lang was onzerzijds weerstand geboden aan het denkbeeld een agent van Frankrijk op het grond gebied der Republiek toetelaten, maar, daar elders geene voldoende veiligheid en geheimhouding verzekerd schenen, moest ten slotte wel op dat punt worden toegegeven. De keuze van Maastricht, als plaats der bijeenkomst, bewijst echter wel dat men den franschman slechts veroorloven wilde de uiterste grens te over schrijden. en dat men hem vooral zoo ver mogelijk van Amsterdam verwijderd wilde doen blijven. Callières verscheen evenwel niet alleenmet hem kwam de heer de Harlay, lid van den Staatsraad, wiens optreden strekken moest om te toonen hoezeer de koning van Frankrijk ernst maakte met de zaak, zooals Mollo uit den eigen mond van Lodewijk XIV vernemen mocht in eene geheime audiëntie, die hem tegen het einde van zijn verblijf werd verleend. De abt Morel, die anders de aangewezen persoon zoude zijn geweest om de vroegere betrekkingen weder aanteknoopen, bevond zich op dat pas in Zwitserland, waar ook al in ’t geheim met een minister des Keizers gehandeld werd en was dus niet voor de zending naar Maastricht beschikbaar. Van de zijde van Willem III verscheen daar Dijkveld

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 201