52
DE VREDE VAN RIJSWIJK.
De
hij,
zoo
misschien reeds toen een merkbare verslapping zijn
ontstaan in den band, die de Groote Alliantie bijeenhield.
Nu had de te Maastricht gehouden samenkomst geen
ander gevolg dan dat tegen het einde van 1694 de kans
op vrede geringer scheen dan te voren, en daarop
verminderde die kans nog door den schielijken dood
der koningin van Engeland. Gelijk wel bekend is,
deelde Maria den troon met haren gemaal en nu was
dezen wel, na haar overlijden, de regeering verzekerd,
maar het was niettemin te voorzien dat de toch reeds
vrij wankele positie van den Koning nog onvaster
worden zou nu de Koningin, die als geboren Engelsche
verreweg de meest populaire was van de twee, van
zijne zijde was weggenomen. De dood van Maria in
de oogen der Jacobieten een straf'des Hemels moest
dus wel de vrees verdubbelen voor eene samenspan
ning van dien kant en voor de verwezenlijking der
plannen, die voortdurend door het fransche hof' werden
gesmeed tot omverwerping van Willem III en herstel
van het huis Stuart.
Bedenkt men daarbij dat, telkens wanneer Willem l il
zich aan het hoofd van het leger bevond, het bestuur
in Engeland door Maria met wezenlijk talent was
gevoerd, dan blijkt het duidelijk dat haar verlies voor
hem niet alleen dat was van eene trouwe en waardige
echtgenoote, maar ook dat hij zich daardoor van een
wezenlijken politieken steun zag beroofd. Het was
zonder twijfel de bewustheid daarvan, die Willem 111
alras dreef' uittezien naar een middel om de afgebroken
verstandhouding met Frankrijk weder aanteknoopen.
T' eenige weg om daartoe te geraken, dat begreep
was andermaal Mollo in den arm te nemenmaar
deze niets beter verlangde dan zich opnieuw voor