55 DE VEEDE VAN EIJSWIJK. der wapenen voordeelig Eenige jaren vroeger was Namen den Franschen in banden gevallen, niettegen staande de sterke bevestiging der plaats door Coehoorn het werk van dezen was daarop door Vauban voltooid. Sints gold Namen, en vooral zijne citadel, als on neembaar. „Reddi non vinei potest" luidde tartend het opschrift boven de poort, in de trotsche overtui ging dat eene vesting, die niet veroverd worden kon, zich ook nooit zou behoeven overtegeven. En toch moest Namen de witte vlag hijscheneerst viel de stad, toen de citadel veder in onze handen. Groot was de roem dien Willem III zich daarmede verwierf. In verscheidene jaren was geen zoo luisterrijke zege praal behaald, en niet het minst juichte men in Engeland over de vernedering des vijand*. Toen de Koning dan ook, na afloop van den veldtocht, als overwinnaar te Londen terugkeerde, vond hij daar de stemming te zijnen opzichte volkomen veranderd. En ook in de Republiek was door het behaalde voor deel de drang naar vrede merkelijk bekoeld. Alles duidde derhalve op eene krachtige voortzet ting van den oorlog. Maar Lodewijk XIV gaf daarom den moed niet op. Nauwelijks was Callières uit Holland teruggekeerd, of hij werd naar de grens in de nabij heid van het leger gezonden, om van het eerste ge schikte oogenblik gebruik te kunnen maken tot her nieuwing zijner aanbiedingen. Door het verlies van Namen werd intusschen een streep door zijne rekening gehaald, want nu hadden de bondgenooten recht hooger eischen te stellen dan te voren. Ook de Heeren van Amsterdam begrepen het aldus en lieten zulks, door bemiddeling van Mollo. aan Callières weten. Van het opzetten eener intrige tegen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 207