59
DE VREDE VAN RIJSWIJK.
1672. maar nu van Oranje beroofd, tegenover Bode
wijk XIV en een door dezen op den troon van En
geland herstelden Stuart zou geplaatst vinden. Maar
ook te Weenen toonde men te beseffen hoe onher
stelbaar het verlies zoude geweest zijn van een
vorst, door wiens persoonlijke toewijding, zoowel in
het kabinet als in het oorlogsveld, de Groote Alliantie
bijkans uitsluitend werd bijeengehouden.
Onder den indruk van die gevoelens van waardeering
voor zijn persoon, werd Willem 111 ontvangen toen
hij, in den loop van Mei uit Engeland keerde, om
wederom de leiding van den veldtocht op zich te nemen.
Die veldtocht leverde echter niets merkwaardigs op
en liep zelfs vrij vroeg af, ten gevolge van eene onver
wachte gebeurtenis, die alle bestaande plannen in
duigen deed vallen. Plotseling kwam namelijk het be
richt dat de hertog van Savoye afzonderlijk in onder-
handeling met Bodewijk XIV getreden was. De scheuring,
die de fransche diplomatie zoo lang gepoogd had in
de Groote Alliantie teweeg te brengen, was nu werkelijk
daar. En toch was dat eigenlijk niet het werk der
diplomatie, maar veeleer van de fransche legeraan
voerders, die, door bemiddeling van de Romeinsche
Curie, in heimelijke verstandhouding met den hertog
hadden weten te treden. Te Versailles was dan ook
de zaak behandeld door den minister van Oorlog
Barbésieux. met uitsluiting van Croissy, den Staats
secretaris voor de buitenlandsche aangelegenheden, die,
naar men wil, zich dat zoo sterk aantrok, dat men er
de oorzaak in heeft meenen te vinden, van zijn spoedig
daarna gevolgden dood.
Boven werd reeds aangestipt dat een der onderwerpen,
die bij een algemeenen vrede zoude moeten geregeld