72 DE VREDE VAN RIJSWIJK. genoot belovend wat het den andere ontzegde. En wat er ook te Weenen mocht worden aangewend, het Keizerlijk hof bleef steeds dralend en onbeslist. Meer dan eens stond de onderhandeling met Callières dan ook op het punt te worden afgebroken. Door dezen schijnt destijds voor ’t eerst het denk beeld te berde te zijn gebracht om het Koninklijk slot te Rijswijk tot plaats der vredesonderhandeling te be stemmen. Niet onwaarschijnlijk had hij, bij zijne ge heimzinnige omzwervingen door de provincie, opgemerkt dat het zich bij uitstek daartoe leenen zou. Maar de Keizer verkoos niet zich uittelaten. De klip waarop de voortgang der onderhandeling toentertijd dreigde schipbreuk te lijden, was de beslissing omtrent Straats burg. Van franschen kant was wel de teruggave dier stad toegezegd, maar Callières had al spoedig middel gevonden om daarop terug te komen. Nu werd in de plaats der stad een equivalent opgedrongen en het listige daarvan was, dat hetgeen aangeboden werd voor het huis Habsburg een voordeel opleverde, dat de Keizer niet had bij de teruggave van eene vrije Rijksstad aan het Rijk. Het gevolg daarvan was dat het er algemeen voor gehouden werd dat de Keizer eigenlijk niets liever verlangde dan bij slot van re kening gedwongen te worden tot aanneming van het voordeelig equivalent, en dat de betuiging dat het belang van het Rijk door hem ver boven zijn eigen voordeel werd gesteld, voor niet anders dan eene schoonschijnende rede werd gehouden. Tot het laatste toe zoude daardoor misverstand worden gebaard. h Klopp 1.1. blz. 350. ..Die Politik Ludwigs XIV betrachtete es nicht als ihre Aufgabe. die Wahrh?it zu sagen. sondern einem Jeden das was für ihre Zwecke geeignet erschien.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 224