78 DE VREDE VAN RIJSWIJK. de benaming Belvedere” Dezen naam droeg liet slot te Rijswijk ter herinnering aan den hertog van Palts-Neuburg, die in 1634, bij gelegenheid van een bezoek aan het stadhouderlijk hof, den eersten steen daarvan had gelegd en schijnt den oorspronkelijken naam van geheel te hebben verdrongen. Het gebouw bestond uit drie paviljoenen, door galerijen aaneen verbonden en was, zoowel wat ruimte als wat inrichting betrof, uitnemend geschikt voor de bijeen komst eener talrijke conferentie, waarvan verschillende leden niet met elkander in persoonlijke aanraking be geerden te komen. Inwendig was het kwistig versierd met schilderwerken van Honthorst; de meubileering schijnt evenwel uit niet meer dan het strikt noodige te hebben bestaan, doch men moet niet vergeten dat in de paleizen der 17<le eeuw de vertrekken niet zoo vol gepropt waren, als het geval is met onze hedendaagsche salons. Naar dat slot begaven zich in den namiddag van den 2dm April 1697 de heeren Lillieroot en van Dijkveld om de gelegenheid nauwkeurig op te nemen, die uitnemend voor het doel geschikt bleek. Het middelste gedeelte toch was als van zelve aangewezen voor den mediateur. de ter rechter zijde gelegen vertrekken, naar den kant van den Haag, voor de gevolmachtigden der geallieerden, en die aan den linker kant, naar de zijde van Delft, voor de Franschen. Om verder alle strijdig heden over den voorrang bij het oprijden te voorkomen, werd besloten tegenover het portaal der beide uiterste paviljoenen een doorgang te doen aanbrengen, zoowel in den muur die den voorhof omgaf, als in den buiten muur. die het goed aan de zijde van den publieken weg afsloot, zoodat ieder der onderhandelaars zich

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 231