79
DE VREDE VAN RIJSWIJK.
Desniettemin werd toch den eersten Ambassadeur van den Keizer
zekere voorrang* toeo-ekend. ..Count Caunitz by the by is observed
on all such occasions to be the head of the assembly, and as such,
even to put himself forward and to speak and be spoken to.” Grim-
blot. Letters of William 111 and Louis XIV etc. I. bl. 52.
rechtstreeks naar liet voor hem bestemde gedeelte zou
kunnen begeven. De hoofdingang en de daarheen voerende
middenlaan bleven uitsluitend bestemd voor het gebruik
van den mediateur. Vee] onaangenaams was daarmede
voorkomen, doch niet alles. Want, zoo nu ten minste
geene botsing met de Franschen te verwachten was,
bleven er toch nog altijd genoeg questiën van
étiquette over tusschen de vertegenwoordigers der
bondgenooten onderling, inzonderheid tusschen de
keizerlijken en de spaanschen, de eenen niet minder
dan de anderen naijverig op hetgeen zij als de eer
van hun Souverein beschouwden. Om daaraan tegemoet
te komen werd een middel verzonnen, eenvoudig genoeg
in de uitvoering, maar dat in de praktijk al zeer
ongemakkelijk moet zijn geweest. Uit de zaal, waai
de vertegenwoordigers der geallieerden vergaderen
zouden, werd de tafel verwijderd en het noodige aantal
stoelen in een kring geschaard, zoodat niemand zich
er op zou kunnen beroemen de eerste plaats in te
nemen Wilde dan een der heeren iets op schrift
stellen of eene aanteekening maken, zoo was daartoe
gelegenheid in een nevenvertrek, maar het was wel te
verstaan, dat, indien men zich daar tot schrijven neder
zette, zulks zonder aanzien van rang gebeuren zou.
Ook het rijden naar Rijswijk kwam ter sprake, daar
het verstandig scheen den stoet waarmede elk der
ambassadeurs verschijnen zou. zoo veel mogelijk te
beperken. Maar hierover werd men het niet eens.