84 DE VREDE VAN RIJSWIJK. Dat het hun, niettegenstaande alle betuigingen van vredelievendheid, alleen te doen was om tijd te winnen, bleek duidelijk genoeg. Maar ook bij anderen scheen geen rechte lust te bestaan om tot afdoening te geraken. „Het komt mij onbegrijpelijk voor" schreef Willem III aan Heinsius, „dat wij op alle d’essentiele pointen met de Fransen eens zijn ende dat wij tot geen vreede en kunnen geraecken, alleen uyt suspitie dat het ons van beide seyde niet ernst is." De Koning verloor het geduld bij wat hij uit Rijswijk vernam. Aldaar werd een kostbare tijd verbeuzeld met allerlei gekijf, waarbij het niet aan schampere woorden ontbrak, 2) en met kibbelarijen over vragen van étiquette, waarin niemand het minste wilde toegeven, al werd somtijds met een wijs woord aan den ernst der om standigheden herinnerd. 3) Algemeen bekend en stellig niet overdreven is de beschrijving, die door Macaulay gegeven wordt van het belachelijk gewicht, dat door de te Rijswijk verzamelde diplomaten aan allerhande nietigheden werd gehecht. Maar iets van belang scheen door hen niet te kunnen worden ondernomen. Twee malen 4) ’s weeks, des Woendags voormiddags en des Zaterdags tegen den avond, kwam men geregeld bijeen 4 Juli 1697. Archief 111 bl. 243. -) Suite des Mémoires historiques Lil Monsieur Bosen paria fort hautementil échappa. aussi quelques paroles un peu brusques a Monsieur de Schmettau dont les Impériaux ne furent pas trop édifiez.” Suite des Mémoires Historiques XXVII. Monsieur Canon. Pléni- potentiaire de Lorraine, se croyant assez fort pour calmer ces différens qui étoient autant d’obstacles a la prompte conclusion de la Négociation fit en présence de tous les ministres un discours (qui) ne fut pas généralement approuvé.” History of England. D. IV. ch. XXII. Des Maandags en des Donderdags vergaderde het Haagsche Congres des Dinsdags en des Vrijdags was het postdag.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 237