86
DE VREDE VAN RIJSWIJK.
het na
der onzen werden echter niet aangenomen, en toen dreef
de jaloezie de Spanjaarden tot het voorstel, dat men
zich insgelijks in rechtstreeksche verbinding tot de
Franschen stellen zou. Het raadzame daarvan behoefde
geen betoog en weldra kon men dan ook de gevol
machtigden der bondgenooten met uitzondering van
de Engelschen naar Delft zien trekken om de
ambassadeurs van Lodewijk XIV te begroeten, want,
naar overeengekomen was, brachten de laatst aange-
komenen het eerste bezoek. Een wezenlijke oorzaak
van oponthoud in de werkzaamheden was alzoo uit
den weg geruimd, en men mocht de hoop voeden, dat
zulks aan den spoedigen voortgang van zaken zoude
ten goede komen maar intusschen was de Conferentie
reeds zestien malen vergaderd geweest
De wijze van onderhandelen, die sedert het begin
der Conferentie gevolgd werd, was overigens ook niet
van dien aard, dat schielijke vorderingen konden worden
verwacht. Lillieroot had namelijk in zijne hoedanigheid
van mediateur de verschillende partijen uitgenoodigd
hem schriftelijk opgave te doen van hunne postulata.
Niet zonder fierheid was door de Franschen daarop
geantwoord dat, vermits op hunnen Koning geene
veroveringen waren gemaakt, zij niets te eischen hadden.
Maar van den kant der bondgenooten had ieder zijne
vorderingen ingeleverd, en daarover was altijd door
bemiddeling van Lillieroot, over' en weder beraad
slaagd en getwist, met dien uitslag, dat men
twee maanden nog niet eens was over hetgeen de beide
eerste artikelen van het tractaat behelzen zouden. Zoo
voortgaande zoude de Conferentie jaren lang kunnen
worden gerekt, een vooruitzicht waarvoor zelfs de
langdradigste der toenmalige diplomaten moet zijn