87
DE VliEDE VAN RIJSWIJK.
teruggeschrikt. Besloten werd daarom de fransche ge
volmachtigden uit te noodigen een volledig ontwerp
van tractaat in te dienen, 't welk dan in zijn geheel
zou kunnen worden behandeld. Na eenig dralen werd
aan dat verzoek gevolg gegeven, maar, wat wel niet
te verwonderen was, het ontwerp voldeed niet. Reeds
eerdei’ hadden de Keizerlijken zich beklaagd, dat de
vóór de Conferentie vastgestelde preliminairen niet in
overeen stemming waren met hetgeen vroeger met d’Avaux
te Stockholm was overgekomen, en nu week het door
de Franschen ingediend ontwerp nog verder af van
hetgeen reeds als vaststaande mocht worden aangemerkt.
De bewoordingen toch waarin de prefówtnaimi gesteld
waren, lieten ruimte voor verschillende uitlegging, in
de eerste plaats ten opzichte van hetgeen als grondslag
voor den te sluiten vrede gelden zou. De westfaalsche
tractaten van 1648 en het vredesverdrag van Nijmegen
van 1678 waren als zoodanig aangenomenmaar nu
rees de vraag aan welke der van elkander afwijkende
bepalingen van die verschillende tractaten moest worden
vastgehouden, eene vraag die ieder natuurlijk met het
oog op eigen voordeel zocht te beantwoorden.
Dat bij die wijze van onderhandelen de loop der
gebeurtenissen buiten 's lands van grooten invloed zijn
moest op den gang van zaken, ligt voor de hand. Reeds
zagen wij welke uitwerking de capitulatie van Ath
gehad had. Daarop kwam het bericht, dat, tot schrik
van het hof te Madrid, Barcelona door eene fransche
legermacht werd bedreigd. Werd die stad veroverd,
dan was het te voorzien dat door de fransche gevol
machtigden te Rijswijk alweder hooger toon zou worden
aangeslagen, en het was niet het minst de vrees daar
voor die geleid had tot liet verzoek aan de Franschen