89
DE VREDE VAN RIJSWIJK.
Intusschen, terwijl door die belangrijke gebeurtenissen
middellijk invloed werd uitgeoefend op den gang van
zaken te Rijswijk, had in een afgelegen dorp in Zuid-
Brabant eene bijna heimelijke ontmoeting plaats, waarvan
de onmiddellijke en krachtige invloed op het Congres
al spoedig blijken zou. Na de inneming van Namen
was de fransche maarschalk Bouffiers krijgsgevangen
gehouden, als gijzelaar voor de terugzending der garni
zoenen van eenige vlaamsche vestingen, die door de
Franschen, in strijd met het bestaand cartel, tot aan
gene zijde der Pyreneeën waren weggevoerd. Gelijk van
zelve spreekt, was de maarschalk behandeld geworden
met alle de aan zijn rang verschuldigde eerbewijzen,
en in die dagen was de grond gelegd voor een oprechten
vriendschapsband tusschen hem en lord Portland, die
aangewezen was tot zijne bewaking. Nu, natweejaren
nam Portland daaruit aanleiding om zich op nieuw in
betrekking te stellen tot Bouffiers, en hem om een
mondgesprek te doen verzoeken. Met toestemming van
Bodewijk XIV werd dat verzoek ingewilligd, en den
gsten Juli ontmoetten de beide vrienden elkander in
een eenvoudige boerenwoning te Brockem nabij Hal.
Die eerste bijeenkomst reeds was niet onvruchtbaar.
Het bleek dat er mogelijkheid bestond zich met elkander
te verstaan, en vooral dat er geene oorzaak was voor
de meening, als zouden de Keizer en Spanje in het
geheim door Willem III tegen Frankrijk worden opge-
hitst. Integendeel, Portland betuigde dat de Koning
oprechtelijk den vrede verlangde en aanbood zijne
bondgenooten daartoe te bewegen. Tot vijf malen toe
kwamen Bouffiers en Portland bijeen, zonder eenigen
omslag, nu eens in een boomgaard, dan op een boerenerf
de hun toevertrouwde belangen besprekend, tot zij het