90 DE VREDE VAN RIJSWIJK. of te Rijswijk geheel eens waren omtrent de punten, waarop Willem III persoonlijk voldoening behoefde, om den vrede te kunnen sluiten, en die voornamelijk de positie van het Huis Stuart en zijne aanhang betroffen, alsmede de teruggave van het prinsdom Oranje. Terwijl die be sprekingen een gunstig verloop hadden, keerde Willem III naar het Loo terug, om van daar zijn invloed te doen gelden op de onderhandelingen te Rijswijk. Aldaar had het bericht der samenkomsten tusschen Bouffiers en Portland niet weinig opzien gebaard. De fransche plenipotentiaripen waren bepaald onaangenaam verrast. „Hoe merkwaar die/''riep Harlay uit, „terwijl de diplo maten den oorlog maken, zijn het de generaals, die den vrede bewerken! 1) En inderdaad het had er allen schijn van in plaats van vrede, een nieuwe uitbarsting van den oorlog werd voorbereid. De Fransehen gedroegen zich daar als ware stokebranden, 2) terwijl de onhandelbaar heid der keizerlijken het ergste moest doen vreezen. Gelijk wij zagen, was door de eersten een ontwerp L) Macauley 1.1. bl. 800. -) v. Wassenaer-Obdam aan Heinsius, 28 Juli 1697 „on les pourroit plustot nominer des vrays boutefeux que des négotiateurs de paix?' Archief II. 156. Europ. Mercurius bl. 250: „liet veroveren van Barcelona, dahr men nu de tijding- afkreeg’, maakte de Fransche. die tot nog toe heel mild in het beloven waren geweest, vrij wat ingetogener zij voegden, als met eene verwondering daarbij dat zij niet en konden begrijpen wat den Koning bewoog zulke gunstige artykelen toctestaan. daar hem alles voor de wind ging: dat de G-eallieerden derhalve wat billijker behoorden te wezen, want dat. indien er geen zachter antwoorden voor den lOn September gegeven werden, dan alle hoop van d'aange- vangen Vredestractaten afgesneeden zoude zijn en zij Fransehen thuis geroepen werden. Waarop men zegt dat zeker voornaam en ernstig Minister van Holland Heinsius? geantwoord zou hebben, dat indien zij van meening waren te vertrekken, men hen van behoorlijke paspoorten zou verzorgen?-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 243