92 DE VREDE VAN RIJSWIJK. de het den volgenden morgen te aan Lillieroot verklaard had, dat, gaf om bedreigde hen zelfs met den vloek des Hemels menschen ging men den Bisten Augustus richter zake uiteen, zich beangstigd afvragend, zal vrede zijn of oorlog? Geruststellend was vernemen hoe Harlay In de vertegenwoordiging dezer laatste op het Congres was inmiddels eenige wijziging gekomen, daar de slechte toestand van Boreel’s gezondheid hem genoodzaakt had zich terug te trekken. In zijne plaats was de raadpensionaris Heinsius benoemd!). Of het nu aan het beleid van dezen te danken was, dan wel of het alleen een gevolg was der omstandigheden, is bezwaarlijk uittemaken, maar zeker is het dat reeds vóór het einde der maand eenstemmigheid was verkregen, om trent de vredesvoorwaarden tusschen Frankrijk en Republiek. En voor de engelsche plenipotentiarissen waren alle moéielijkheden door Portland bij Bouffiers vereffend. Het meerendeel der bondgenooten was alzoo bereid te teekenen maar den Keizer en het Rijk in den- steek te laten, daarvoor deinsde men toch terug. Niettegenstaande alle moeite die Lillieroot zich de Franschen tot toegeven te bewegen hij en der onver- er „lek hoop” zoo schreef Willem III aan den Raadpensionaris „dat UEd. niet zal balanceeren, om sigh te laten employeeren in de negotiatie van vrede ’t geen een seer favorable occasie is door het toeval van de sieckte van den Heer Boreel om dat werck door UEd. goede conduite tot een spoedig en goed einde te brengen.” Archief III bl. 245. Boreel overleed den 21sten Augustus op zijne hofstede Meerestein bij Beverwijk en werd den 4<ien September bij toortslicht, plechtig, op kosten van den Staat begraven in de Groote Kerk te ’s-Gravenhage. Eur. Mere. 1697 II bl. 227 en 257.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 245