93 DE VREDE VAN RIJSWIJK. al was de gestelde termijn voorbij, men daarom toch elkander niet aanstonds bij de keel behoefde te grijpen. Integendeel de Franschen boden aan de onderhandeling te hervatten. Maar de grondslag waarop dat geschiedde bracht de vergadering in rep en roer. Wat reeds gefluis terd was, gebeurde van alles wat aanvankelijk bepaald was, maakten de Franschen zich eenvoudig los. Over het al dan niet teruggeven van Straatsburg en Luxemburg moest weder van meet aan worden onderhandeld. Voorts zou over het lot van Barcelona moeten worden beslist. Wat lag nu eerder voor de hand, dan Barce lona aan Spanje terug te geven, tegen het behoud van Luxemburg'? Doch neen, het voorstel der Franschen luidde geheel anders. De Keizer, zoo redeneerde Harlay, had verhinderd dat Catalonie onzijdig zou worden ver klaard, aan hem lag dus de schuld dat Barcelona voor Spanje verloren was gegaan, en die schuld moest hij boeten met het verlies van Straatsburg Lotha ringen, Luxemburg, alle veroveringen rechts van den Rijn zouden worden teruggegeven, maar Straatsburg en de Elzas zouden aan Frankrijk verblijven. Verklaarde de Keizer, vóór den 20arn September, daarmede genoegen te nemen, dan zoude Lodewijk XIV van zijn kant verklaren Barcelona weder aan Spanje aftestaan. Met algemeene verontwaardiging werd het voorstel ontvangen Grooter gemis aan alle goede trouw in staatszaken was niet denkbaar. Eerder dan op zulke voorwaarden integaan, behoorde de oorlog te worden hervat. Zoo sprak zich de Conferentie uit, en zoo oordeelde ook Willem III, die op het Loo met zorg en ergernis den loop der zaken volgde. Maar nu duikt onverwachts een personnage weder op, die gedurende de gebeurtenissen der laatste maanden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 246