94 DE VREDE VAN RIJSWIJK. i) Klopp 1.1. bl. 443. volgens het bericht van Auersperg. Volgens dr. J. C. Neuhaus „der Fried e von Ryswick” biz. 251 die voorna melijk geput heeft uit de berichten van den gezant van Munster, vrijheer von Plettenberg. zouden de woorden des Konings geluid hebben,.il faut vous détromper. vous n’aurez pas Strasbourg” maar dit komt minder waarschijnlijk voor dan de door Klopp aange geven woorden. Auersperg was Ambassadeur des Keizers bij Willem III als Koning van Groot-Brittannie. geheel op den achtergrond was geraakt. Het was de onvermijdelijke Mollo. van wiens tusschenkomst zich Harlay bij de Burgemeesters van Amsterdam bediende, om door dezen eene betooging, ten gunste van den vrede, bij den Raadpensionaris te weeg te brengen. Die stap had uitwerking. Tegen den wil van Amster dam was Willem III niet bij machte den oorlog voort- tezetten maar hij verlangde het uiterste te beproeven daarom zond hij Portland naar Brabant, om nogmaals een onderhoud met Bouffiers te verzoeken. Doch te vergeefs. Even als het de fransche gevolmachtigden te Rijswijk deden, zoo verklaarde ook de maarschalk te Tubise dat zijn Koning vast besloten was Straatsburg te behouden. Het hem met kracht van wapenen te ontwringen, daaraan viel niet te denken. Ontmoedigd sprak Willem III tot graaf Auersperg„Straatsburg is voor ditmaal verloren." D Opvallend was zeker dat het hof te Madrid zooveel goedgunstiger behandeling van de zijde van Bodewijk ondervond dan de Keizer; maar ongetwijfeld zal toen reeds door menigeen begrepen zijn dat het te doen was ver deeldheid en wantrouwen te stichten tusschen de beide takken van het huis Habsburg, en door middel van Spanje den vrede te verkrijgen, tegelijker tijd met de verbreking der Groote Alliantie. Maar de bedoeling van Bodewijk XIV ging nog verderwant, bij den eerlang

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 247