7
97
DE VREDE VAN RIJSWIJK.
9 Bilderdijk, Geschiedenis des Vaderlands d. X bl. 186 en 278.
-) Misschien ook wel alleen met Seilern. De nederlandsche plenipoten-
tiarissen hadden te vergeefs moeite gedaan om de Franschen te be
wegen de clausule in te trekken of althans te wijzigingen. Actes IV
blz. 187.
3) De Venetiaan Ruzzini.
Zoo was dan, vóór dat de eerste November 1697
aanbrak, het werk der Conferentie voltooid en de vrede
in Europa hersteld. Maar eigenlijk tot voldoening van
geene der partijen. Gelijk een geestig diplomaat s) te
verstaan gaf, was de vrede, voor Frankrijk in zooverre
voordeelig, dat die nog veel nadeeliger had kunnen
zijn en nadeelig voor de bondgenooten, in zooverre
tusschen den Keizer en het Rijk eenerzijds en Frankrijk
anderzijds geteekend. Maar ook hierbij ontstond op het
laatste oogenblik nog een geweldige storm. Arglistig
wisten de Franschen in het tractaat eene bepaling in
te schuiven, die, bekend onder den naam van deRijs-
wijksche Clausule”, jarenlang daarna tot een bron van
tweedracht in het Rijk heeft gestrekt. Die bepaling was
dat de uitoefening van den Roomsch-Katholieken gods
dienst gehandhaafd zoude worden in alle, door Frankrijk
teruggegeven plaatsen. Hevig was het verzet daar
tegen der Protestantsche Rijksvorsten, doch op de
besliste verklaring der fransche afgevaardigden, dat
alleen op inwilliging dier voorwaarde de vrede te ver
krijgen was, moest men zich wel, hoe onwillig dan
ook, nederleggen bij eene bepaling, die men alle reden
had te veronderstellen, dat door de Franschen vooraf
in ’t geheim met de gevolmachtigden des Keizers was
beraamd. 2)