CONSTANTIJN HUYGENS TE PABUS (16611665).
113
Engelsche prinses. Aan den Prins van Gondé, den be
roemden veldheer, bood hij een exemplaar zijner Latijn-
sche gedichten aan, en hij dichtte op het portret van
zijn zoon, den Hertog van Enghien. Bij den Hertog de
Gramont, maarschalk van Frankrijk, een echt type
van den Franschen adel uit dien tijd, kwam hij veel aan
huis. Made, de Sévigné heeft ons de anekdote overge
leverd, hoe de Honing dezen krijgsman er eens heeft
laten inloopen. Hij las hem eenige gedichten voor en
vroeg toen den maarschalk, of hij ze niet verbazend
slecht vond: de maarschalk noemde zonder complimenten
den dichter een gek en had heel wat moeite zich er
uit te redden, toen de Honing bekende, dat hij zelf
de schrijver was. Een paar dagen na dat voorval
maakte Huygens een Latijnsch versje op den Hertog,
waarin hij gelukkig wel andere eigenschappen, maar niet
den tact van den ouden soldaat prijst. Gramont’s zoon, de
Hertog de Guiche, een wildeman, die wegens hofintriges
uit Frankrijk verbannen is en een poos in Hollandschen
dienst is geweest, kwam later veel bij Huygens aan
huis. De Guiche heeft den vierdaagschen zeeslag mee
gemaakt, is later naar Frankrijk teruggekeerd en heeft
zich onderscheiden bij den overtocht der Franschen over
den Rhijn in de bekende ode van Boileau, waarin deze
de heldendaden bij „Tolus” bezingt, is hij dan ook
vereeuwigd. Zijn vader, de Hertog de Gramont, was
een hartstochtelijk liefhebber van muziek, en dat vooral
zal hem met Huygens in aanraking hebben gebracht.
De gevolmachtigde van het Huis van Oranje was
al spoedig na zijne aankomst te Parijs zeer bevriend
geworden met twee der Fransche ministers, Lionne en
den jongen De Brienne. Hugues de Lionne, marquis de
Berny, was na eene lange diplomatieke loopbaan in
8