115 Huygens veel verdriet gedaan; COXSTANTIJN HUYGENS TE PAKIJS (1661-1665). toen de Fransche staatsman den Isten Sept. 1671 gestorven was, teekende onze dichter het in zijn dag boek aan en noemde hem „summus amicus meus.’’ Henri Louis de Loménie, comte de Brienne (1635 1698) stamde uit een geslacht van hooge staatsambtenaren. Zijn vader, Henri Auguste, was in zijne jeugd reeds opgemerkt door Hendrik IV; hij werd staats-secretaris en was bekend door zijne onkreukbare eerlijkheid. De jonge De Brienne had in zijne jeugd zeer veel gereisd, wat voor een Franschman merkwaardig is, hielp later zijn vader in zijn ambt en zou hem opvolgen, maar viel in 1663 in ongenade. „Den goeden ouden Man treckt hem sulcks seer ter herten,” schreef Boreel aan Jan de Witt. De Brienne heeft later een zonderlingen levensloop gehad. Hij is geestelijke geworden, maar heeft uit liefde voor eene vrouw later het geestelijke kleed afgelegd en in Duitschland een avontuurlijk leven geleid. Naar Frankrijk teruggekeerd, werd hij als een krankzinnige opgesloten. De Brienne heeft een groot aantal werken over theologie en metriek geschreven bovendien heeft hij vele verzen uitgegeven. Ook met de beide De Brienne’s was Huygens bevriend, vooral met den zoon, wat Christiaan Huygens, die dezen niet hoog stelde, zich moeilijk kon begrijpen, totdat Nicolaus Heinsius, die den graaf vroeger had leeren kennen, hem van meening deed veranderen. De Brienne en Huygens wisselden Latijnsche gedichten met elkander en de Nederlander schreef lofdichten op de werken van den Franschman. die zelfs één zijner boekjes, de Pinacotheek sua (1662), eene beschrijving van de schilderijen, die hij bezat, aan Huygens opdroeg. De ongenade, die den talentvollen jongen man trof, heeft Huygens veel verdriet gedaan; in een vriendelijken

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 268