CÓNSTANTIJN HUYGENS TE PARIJS (1661
116
1665).
de wereld, om
brief biedt hij hem zijne hulp aan, waar en wanneer
hij die ook noodig mocht hebben.
Over één der andere bekende staatslieden, Le Tellier,
secretaris van staat en vader van den beroemden Louvois,
hooren wij niets van Huygens. Maar onze dichter
haatte Colbert, zooals hij weinig andere menschen
haatte. Deze staatsman voerde een adder in zijn wapen,
eene omstandigheid, die Huygens tot een groot aantal
toepasselijke hatelijkheden heeft verleid.
Andere grootwaardigheidsbekleeders, waarmede Huy
gens in aanraking kwam, waren Guillaume deLamoignon,
premier président van het Parlement van Parijs, een
geletterd man, wiens huis door Racine en Boileau werd
bezocht, en Charles de Sainte-Maure, marquis de Mon-
tausier, die in 1663 tot gouverneur van Normandië
werd benoemd en aan wien later de opvoeding van
den Dauphin werd toovertiouwd. Hij was gehuwd met
de bekende Julie d’Argennes, die den scepter had ge
zwaaid in het Hotel de Rambouillet.
Onze staatsman was te veel man van
niet een kijkje te nemen in de Parijsche salons. Made.
de la Fayette, de bekende schrijfster en vriendin van
Made, de Sévigné, zag hij dikwijls en hij plaagde haar
meermalen met haar voorgewend gebrek aan kennis.
Aan Made, du Plessis Guénegard schrijft hij over haar
Chez vous, Madame, elle s§ait tout ce que slavent
les plus s^avants; chez elle il n’y a rien de si ignorant
que la maistresse du logis’’. De marquise d'Ampus
biedt Huygens het gebruik van haar huis aan. Made,
de V.alavoir en Mad‘‘. de Buzenval verzoeken Huygens
haar al de ceremonies te vertellen, die bij het over
handigen van de Orde van den Kouseband gebruikelijk
zijn, en als hij, uit Engeland teruggekeerd, haar niet