C0NSTANT1JN HUYGENS TE PARIJS (1661 1665).
119
vaderland op een zeer lagen trap stond. En Huygens
was sedert zijne vroege jeugd melomaan. Te Parijs
bezocht hij zelden de groote avondgezelschappen, maar
voor eene muziekuitvoering in kleinen kring was hij
altijd te vinden. Hij hoorde De Chambonières, den be
roemden clavecijnspeler des Konings, en werd een
vriend van hem. Hij leerde Henri du Mont, den niet
minder beroemden organist eii'componist kennen, met
wien hij al vroeger in briefwisseling had gestaan. En
De Nielles en Geoffroy en Mad.le Hilaire, die dikwijls
aan het hof optrad, en vooral Anna Bergerotti, eene
Italiaansche zangeres, die grooten opgang maakte.
,,Elle ressemble a un garijon habillé en fille, et j’auray
de la peine a la croire autre jusqu’a ce que le temps
m’en donne de plus clairs indices”, schrijft Lodewijk,
de jongste zoon van Huygens, aan zijn broer Chris
tiaan. Bij Signora Anna kwamen ook Lionne en
Gramont, om haar heerlijk gezang te bewonderen.
Van de beeldende kunstenaars ontmoette Huygens
de beide schilders Beaubrun, die hem een portret
schonken van MadJ<’ de la Barre, eene Fransche zangeres,
die vroeger wel bij Huygens gelogeerd had. en den
graveur Nanteuil, die hem, toen hij in Den Haag
teruggekeerd was, een portret van den Koning toezond.
Den beroemden graveur van medailles, Varin, heeft
Huygens tot zijn spijt nooit thuis kunnen treffen.
Zoo liet Huygens ook te Parijs geen enkel oogen-
blik van zijn ledigen tijd verloren gaan. Hij was
dikwijls op reis, niet alleen, zooals wij boven zagen,
naar Engeland, maar ook tusschen Parijs en Fontai
nebleau, waar het hof nog al eens verblijf hieldhij
moest dikwijls uren lang antichambreeren bij ministers,,
die weer eene nieuwe uitvlucht hadden te bedenken;.