120
Dr. J. A. WORP.
Groningen, Juni 1895.
CONSTANTIJN HUYGENS PE PARIJS (1661 1665).
dien verloren tijd gebruikt hij om Latijnsche verzen
te dichten, die hij dan, volgens zijne gewoonte, later
opschrijft. En hij heeft in die jaren zijner ballingschap
een kleinen bundel verzameld, dien hij van plan was
de verzen waren reeds persklaar gemaakt uit
te geven onder den titel Parerga peregrina. Daar het
plan niet tot vervulling is gekomen, zijn ook de bij
zonderheden van zijn verblijf in Frankrijk’s hoofdstad
tot nu toe onbekend gebleven. Vreesde ik niet het
geduld mijner lezers op de proef te stellen, ik zou
aan mijn schetsje de beschrijving vastknoopen van
Huygens’ bemoeiingen in Orange, waar hij in Maart
1665 is heengereisd. Ook dat verblijf in het kleine
vorstendom behoort tot de vele belangwekkende tijd
perken in het leven van onzen dichter.
In het najaar van 1665 is Huygens naar het vader
land en naar zijn geliefd ’s Gravenhage teruggekeerd.
Vier jaren was hij buiten ’s lands geweest. Hij had
met groote moeite zijne opdracht vervuld, het vorsten
dom Orange, het erfdeel van zijn jongen meester, van
de Fransche overheersching bevrijd en er den vroegeren
toestand hersteld. Hij had een land leeren kennen,
waarin hij vroeger nooit den voet had gezet, was in
aanraking geweest met een groot aantal belang
wekkende menschen en had genoten van Fransche
kunst en Fransche wetenschap. En toen hij terug
gekeerd was, was de Scheveninger steenwegh, waar
van bij met zijn practischen blik de ontwerper is en
waarvoor hij sedert 1653 met al zijne geestkracht
had geijverd, bijna voltooid en wel volgens zijne plannen.