Tongeren,
twaelff ponden
mr. schrynwercker,
tgeen by liem aen
ponden over
lofwerken
Frederick van
als vooren
Pr. van Veen,
ponden, over
verdient
leverantie van wapens en
Ixxxij 4’
tersake
xij
negen en twintigh
de weescnemer is
xxix
A° 1675.
Abraham Colder, thien ponden overt leveren van comp-
toir stoelen opt stadthuysx
A° 1682.
Theodorus Verschuyr I’> drie hondert acht en seventigh
ponden over het konstigh beschilderen tan de zolder
vun Burgem* Camer, dusiijTxxviij
Niettegenstaande wij uit verscheidene der voorgaande
posten zien, dat in de bestaande behoefte aan ruimte,
langzamerhand door uitbreiding van het aantal ver
trekken werd voorzien, bleek de verbouwing van het
raadhuis in 1733 hoog noodig te zijn geweest. De
notulen van de Wet 2) van den 4 Februari van dat
jaar vermelden het volgende Laatstelyck is bij Heeren
„Burgemeesteren gerapporteert, dat, vermits de bekrom-
„pentheid ende ongemakken van het stadhuys. het
.hooghnoodig geoordeelt is dat hetselve, soo veel
.mogelyk behoorde te werden vergroot, en is in be
denken gegeven of men sich niet van seekere huysingen
1) Ook genaamd van der Schuur, geb. te ’s Gravenhage in 1628
in 1705. Zie over hem v. d. Aa: Kobus en de Rivecourt, bl. 856;
Archief voor Kunstgeschiedenis.
2) Deel loopende 13 Óct. 1732—22 Dec, 1747 (Oud-archief der Gemeente.)
134 HET STADHUIS TE ’s-GKAVENHAGE. (1733-1739).