144
nevens
en breet
i Politie,
HET STADHUIS TE 's-GBAVENHAGE. (1 733 - - 1 739).
Op de burgemeesterskamer volgde:
liurgemeestervertrek-camer (thans de kamer van den
Burgemeester).
Deze localiteit, die waarschijnlijk vóór de verbouwing
dienst deed als Secretarie werd versierd met een
plafond geschilderd door Mattheus Terwesten waar
voor hem den 30 Oct. 1736, 1000.werd uitbetaald.
Zijne kwitantie bevat het volgende
„Ten diensten van d’Edele Agtbaare Heeren Burge-
meesteren van ’s-Graven Hage. In Haar Edele vertrek-
Kamer geschilder!, by my M. Terwesten.
.Een platfond, bestaande in een middelstuk
„vier hoeken. Het middelstuk (lang twintig
„sestien voeten): verheelt D’agtbaarheyd en
„vergeselschap zynde met Minerva de Hemelsche
plafond was
komt voor
het Raadhuis, en
voorstelling van
gewaarmerkt 1682.
i) Zie post Tresoriers rek. bl. 134 hiervoren.
-) Theodoras van der Schüer of Schuur, geb. te ’s-Gravenhage in
1628, overleden in 1705.
Zie over hem: Archief voor Kunstgeschiedenis, Deel III 215; Deel
IV. 85. 93. 99. 101-107. 124. 132. 137. 152. 166—169. 172. 173. 181.
183. 203. 205. 211. Deel V. 86—90. 138. 150. 156.
3) geb. te ’s-Gravenhage. in 1670, 4- 11 Juni 1757 leerling
van W. Doedyns en D. Mytens. Zie over hem o.a. Kobus en de
Rivecourt. bl. 23; v. d. Aa T 74; verder Houbraken; van Eynden
en v. d. Willigen: Immerzeel; Kramm en Verwoert. Archief voor
Kunstgeschiedenis Deel II 77: Deel IV 89. 93. 95. 103. 108. 110.
111, 139-142. 158. 167. 169. 173-177. 180. 205—207. 211. 219. Deel
V. 90-93. 138, 140-143. 152. 153.
zijn linkerhand de burgemeesterskamer, waarvan liet
geschilderd door van der Schüer Dit
onder n°. 5 der schilderijen aanwezig op
wordt genoemd „eene zinnebeeldige
het oog der gerechtigheid”, op paneel,