146
’s-Gravenhage uit echte bronnen
384.—
30.—
HET STADHUIS TE ’s-GRAVENHAGE. (17331739').
Ook de bovendeurstukken zijn van denzelfden schil
der, en werden in 1737 afgeleverd; de quitantie luidt
„Geschildert in liet Groote Vertreck van hare
„WelEdele Aghtbare, Twee bovendeurstukken, ver-
.beeldende [door levensgroote kinderties en zinne
beelden uytvoerig na het Leven geschildert] Het
„Salus Hagensis ofte het Groeyen en Bloeyen der
„Konsten, Neringe en Hanteeringen &c..van S. G. Hage.”
„Komt ydere schildery 300 dus de twee 600.
Alhoewel de bekende geschiedschrijver onzer Hof
stad Kroon, 2) sprekende van de nieuwe vertrekken
op het Stadhuis zegt: „Weinig belang zou het den
„lezer inboezemen te vernemen, of zij met kaffa, met
„laken of met papier zijn behangen, enz.”. zullen
we hier volledigheidshalve inlasschen, dat in de groote
rekening van den „tapissier” Johannes Deel, drie posten
voorkomen, die betrekking hebben op burgemeesters-
vertreck, t. w.
„den 16 Nov. 1737.
„31 bane zyde kaffa, lang elke baan 53/,, el, met
„some tot het kamerbehangselel goudt
- - i
2050.—
1) Voldaan 20 Jan. 1738 met 600.
2) A. W. Kroon. Beschrijving van o
geput. ’s-Gravenhage 1852.'— N°. 46 der G-emeente-Bibliotheek.
„koleurde gront met root karmezyn blomme a 11
„gld
,,26 el zeyde kaffa tot 24 stoele van
„een el breet a 141/2 gld. de el
„Voor honderd el geel zey passement a 6 st.
Volgens_ eene aai
Deel tot het verkrijgen
Amsterdam waarvoor
y>
- - -. n
.nteekening op de rekening maakte
van deze stoffen 3 reizen naar
hem f 52.werd uitbetaald.