HET STADHUIS TE 'g-GBAVENHAGE. (1733 1739).
147
10.-
-.18,-
79. 8.4
Uit laatstgenoemd vertrek komt men ten noorden
door een portaal in de oude
Schepenkamer
(thans Trouwzaal).
Deze fraaie zaal, die met drie ramen uitzicht heeft
op het Kerkplein was versierd met een plafond geschil
derd door den beroemden Amsterdamschen artist Jacob
de Wit. Betreffende dezen arbeid zijn nog de vol
gende aanteekeningen bewaard gebleven.
„den 8 Maert 1738. Pi' order Mr. Jacobus d.e Wit,
„de Edele groot, enz
„Debet aen Hermanns van de Velde voor een
„plumuert Blaffon, gelevert bij de Widt uyt de Ryn-
„landtsche maat overgebragt in onse,
„Lang 18 v:; B: 14]/2 v! 261 v: d.v 5^4st. ƒ68.10.4
„Een doek yan 4 hoeken lang 20 v.,
„breet 51, a 100 v.de voet 2 stuyver.
„Voor de kalk
(Voldaan 7 Oct. 1738)
„Beduytsel vant Blaffon In de Caemer van de Ede.
„Agtbaere Heere Scheepen van ’s Hage 1738 geschil-
„dert door Jacob de Wit. Constschilder tot Amsterdm.
„Het middelstuck verheelt, dat door Wyshydt werdt
„de deught van dondeught gescheyde, de Wyshydt
„verheelt door Pallas, die de Nydt, Eygenbaat, on-
„weetentheydt en Bedrogh, uyt de Heemel stoot,
Jacob de Wit, geb. te Amsterdam in 1695, overleden
12 Nov. 1754. Zie over hem Kobus de Rivecourt, bl. 467: v. d. Aa.
W., 338; Houbraken; Immerzeel; v. Eynden van der Willigen;
Kramm; Wagenaar, Amst. Deel II. bl. 22; Reiffenberg, De la pein-
ture juiverre aux Pays-Bas; Collot d’Escury, Holl. roem; Hoogstraten;
Kok; Verwoert; Muller. Cat. portr.; Archief voor Kunstgeschiedenis.
Deel VII, bl. 163 en 164.