152
1739).
eene tamelijk com-
HET STADHUIS TE ’s-GBAVEKHAGE. (1733
Hecht tegenover dit vertrek was de kamer van de
concierge, waarvoor Oostliout o. a. een schoorsteenmantel
van rood marmer leverde. Hij ontving daarvoor 45.
Eene rekening van den meergenoemden Kalraet
vermeldt o. a. .,op 15 Sept. 1734 een ornament bove
,,de deur van ’t buys van de consergie gesned. en
„gestokef 12.
„6 cromme lyste aen een schoorsteenmantel gestoke
„tstuck 33 stuyversf 9.
Verder komen wij aan de gevangenvertrekken, die
na de verbouwing van 1733 menige verandering hebben
ondergaan en thans sedert 1854 in eene tamelijk com-
fortablen raadzaal is herschapen.
Ten zuiden daarvan was vroeger de vertrekkamer
van burgemeesteren, die zooals wij uit de rekeningen
zagen, spoedig na 1733 in onbruik geraakte. Tot
Augustus 1895 deed dit een en ander dienst voor de
bureaux der Militie en Schutterij, terwijl een gedeelte
voor bodenkamer is afgeschoten.
Noch zuidelijker ging men voorheen met een stellen
trap naar de bovenvertrekken. De marmer-versiering
boven de deur der voormalige opgang draagt nog steeds
het opschrift: Thesaurie, Verponding en Weeskamer.
Op deze tweede verdieping vond men eertijds boven
de Secretarie, de Prothocolkamer en boven het
Schepensvertrek de kamer van de Secretarissen 2) naar
welke men met een bijzonderen trap uit de Secretarie
kon opklimmen.
Meer zuidwaarts en boven de kamer van Schepenen 3)
was de Justitie-kamer. Vervolgens boven burgemees-
O Q
Thans bureel van den Burg. Stand.
2) Thans bureel van den Wethouder van den B. S.
3) Thans Trouwzaal.